Bronnen

Algemene beschrijving
De EBB is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen, met uitzonderingen van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Het doel van de EBB is om inzicht te krijgen van de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Gegevens worden vastgesteld op het moment van enquêteren.
Algemene beschrijving
Deze buscomponent uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) van het CBS bevat kenmerken van de periodes waarin personen recht hadden op een of meerdere bijstands- of bijstandgerelateerde uitkeringen. Hier zijn de personen met algemene bijstand voor het desbetreffende verslagjaar uit gehaald.
Algemene beschrijving
Deze component uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) bevat van alle personen die vanaf 1 oktober 1994 in de BRP voorkomen de demografische achtergrondgegevens (bijvoorbeeld geslacht, geboortejaar, migratieachtergrond), gegevens die niet of nauwelijks wijzigen. De BRP bevat ook gegevens van personen die voor 1 oktober 1994 ingezetene zijn geweest maar na die datum geen ingezetene zijn geweest, voor zover geregistreerd in de BRP. Deze groep is zeker niet volledig waargenomen.
Algemene beschrijving
De Gezondheidsenquête is een jaarlijks onderzoek naar de gezondheid, het zorggebruik en de leefstijl van de Nederlandse bevolking. De Gezondheidsenquête telt jaarlijks ongeveer 10 duizend respondenten. Om voldoende waarnemingen te hebben, ook in groepen met een bepaalde migratieachtergrond, is er in deze tabel voor gekozen om voortschrijdende driejaarsgemiddelden weer te geven. De tabel start met gegevens over de periode 2013/2015, vervolgens de periode 2014/2016, etc.
Algemene beschrijving
Vanaf statistiekjaar 2011 publiceert het CBS over inkomen op basis van gegevens van alle huishoudens en personen in Nederland. De inkomensgegevens zijn voornamelijk afkomstig van de Belastingdienst.
Algemene beschrijving
Het onderzoek sociale samenhang en Welzijn (S&W) is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen, met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Het doel van de S&W is om ontwikkelingen in sociale samenhang en welzijn vast te stellen. Bij sociale samenhang gaat het om de sociale, maatschappelijke en politieke participatie van de Nederlandse bevolking en om het vertrouwen in anderen en in (politieke) instellingen. Bij welzijn gaat het om de tevredenheid met verschillende aspecten van de leefsituatie.
Het onderzoek is gestart in april 2012. Het onderzoek wordt uitgevoerd met een ‘mixed-mode-design’: steekproefpersonen wordt eerst in een brief gevraagd om via internet deel te nemen (CAWI- Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten worden telefonisch opnieuw benaderd (CATI: Computer Assisted Telephone Interviewing). Is er geen telefoonnummer bekend, dan worden zij door een interviewer persoonlijk benaderd (CAPI: Computer Assisted Personal Interviewing).
De netto steekproef bedraagt jaarlijks circa 7 500 personen. Voor verschillen tussen de samenstelling van de steekproef en de totale bevolking wordt een correctie toegepast met een wegingsfactor. Deze is gebaseerd op de kenmerken geslacht, leeftijd, herkomst, burgerlijke staat, stedelijkheid, provincie, landsdeel, huishoudgrootte, inkomen en enquêtemaand.
Algemene beschrijving
De Basisregistratie Onderwijs (BRON) heeft tot doel het verschaffen van gegevens over het gebruik van het onderwijs, om daarmee een goede verdeling van de bekostiging van het onderwijs te kunnen maken. De BRON bevat gegevens over alle inschrijvingen en diploma’s in het primair basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs (hbo en wo) en volwasseneneducatie. Zowel het regulier als het speciaal onderwijs zijn in de BRON opgenomen. Het bestand bevat voorlopig nog uitsluitend het onderwijs dat wordt bekostigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De gegevens uit de BRON leveren informatie op over bijvoorbeeld het aantal leerlingen dat is ingeschreven in de verschillende onderwijssoorten, het niveau, de opleidingsrichting en voortijdig schoolverlaters.
Algemene beschrijving
BVH (Basisvoorziening Handhaving) is een incidentregistratiesysteem dat wordt gebruikt door de Nederlandse politie. Politiemedewerkers kunnen in dit systeem incidenten registreren, aangiftes opnemen en strafdossiers opmaken.

Begrippen

Algemene bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet. De IOAW, IOAZ en Bbz zijn hier niet meegenomen.
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. De AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd) is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat en verschilt per verslagjaar. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Tot en met 2024 geldt dat voor elk jaar dat we langer leven de AOW-leeftijd met 1 jaar omhoog gaat. Na 2024 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. De AOW-leeftijd is tot en met 2028 als volgt: 2013: 65 jaar en 1 maand; 2014: 65 jaar en 2 maanden; 2015: 65 jaar en 3 maanden; 2016: 65 jaar en 6 maanden; 2017: 65 jaar en 9 maanden; 2018: 66 jaar; 2019-2021: 66 jaar en 4 maanden; 2022: 66 jaar en 7 maanden; 2023: 66 jaar en 10 maanden; 2024-2027: 67 jaar; 2028: 67 jaar en 3 maanden.
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.
De eigen gezondheidstoestand zoals een persoon die zelf ervaart. De vraagstelling luidt: Hoe is over het algemeen uw gezondheid? De antwoordmogelijkheden zijn (1) zeer goed, (2) goed, (3) gaat wel, (4) slecht, (5) zeer slecht. De antwoordcategorieën 1 en 2 worden vervolgens samengevoegd tot "(zeer) goed", de antwoordcategorieën 3, 4 en 5 tot "minder dan goed". In deze tabel worden steeds de percentage "(zeer) goed" getoond.
De indeling geboren in Nederland kijkt of een inwoner zelf in Nederland of het buitenland geboren is.
Vóór het begin van de vervolging is het degene van wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit wordt aangenomen. Na aanvang van de vervolging is de verdachte degene tegen wie de vervolging is gericht.
Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden. Om inkomensbedragen van nu te vergelijken met een tijdstip in het verleden moet rekening gehouden worden met de prijsontwikkeling. Daarom is het inkomen met de consumentenprijsindex gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling.
Kenmerk dat weergeeft met welk land een persoon verbonden is op basis van het geboorteland van zichzelf of de ouders. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen personen die in het buitenland zijn geboren en personen die in Nederland zijn geboren. Personen die in het buitenland zijn geboren of die in Nederland zijn geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder hebben een buiten-Nederlandse herkomst. Personen hebben een Nederlandse herkomst als zij zelf in Nederland zijn geboren en beide ouders ook in Nederland zijn geboren. Een persoon die in het buitenland is geboren heeft als herkomstland het land waar hij of zij is geboren. Een persoon die in Nederland geboren is heeft als herkomstland het geboorteland van de moeder, tenzij dat Nederland is. In dat geval is het herkomstland bepaald door het geboorteland van de vader.
Het aangaan van een huwelijk. Sinds 1 april 2001 staat het huwelijk ook open voor paren van gelijk geslacht. Om een huwelijk in Nederland te mogen aangaan moeten beide partners de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt. Onder bepaalde omstandigheden kan echter al tijdens de minderjarigheid een huwelijk worden gesloten. Dit kan wanneer beide aanstaande echtgenoten tenminste 16 jaar oud zijn en de bruid zwanger is. Ook buiten de genoemde uitzonderingssituaties kan het gewenst zijn een huwelijk van minderjarigen te sluiten. De Minister van Justitie kan om belangrijke redenen ontheffing verlenen. Welke huwelijkssluitingen zijn geteld? Huwelijken waarbij ten minste één van de partners in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente staat ingeschreven, ongeacht het land waar het huwelijk is gesloten.
Dit is het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van een huishouden, dat is toegekend aan ieder huishoudenslid.
Inschrijvingen in het onderwijs (waaronder het voortgezet onderwijs) zijn ontleend aan de Basisregistratie Onderwijs (BRON) die wordt beheerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). BRON bevat onder andere de inschrijvingen per onderwijssoort op 1 oktober van het jaar.
Leeftijd wordt in de gegevens over bijstand bepaald aan de hand van de geboortemaand en het geboortejaar zoals in het BRP bekend is. Voor elk verslagjaar is de leeftijd berekend gegeven de laatste dag van september van desbetreffende jaar.
De meetlat sociaal kapitaal is een index die bestaat uit twee hoofddimensies, te weten participatie en vertrouwen. Onder iedere hoofddimensie vallen drie subdimensies. Voor participatie zijn dat: sociale, maatschappelijke en politieke participatie. Voor vertrouwen zijn dat: sociaal, maatschappelijk en politiek vertrouwen. In totaal bestaat de meetlat uit zeventien indicatoren die onder de zes subdimensies vallen.
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking). De werkzame beroepsbevolking bestaat uit personen met betaald werk voor ten minste een uur per week.
Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van het volgende jaar.
Een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo-2; dat wil zeggen niveau 2 van de kwalificatiestructuur, zoals vastgelegd in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)). Het minimale niveau dat nodig is om een volwaardige plaats op de arbeidsmarkt te veroveren, of door te stromen naar vervolgonderwijs (hoger onderwijs). Het niveau hiervan is vastgesteld op een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo-niveau 2). Wanneer jongeren zonder startkwalificatie van school gaan, wordt verwacht dat ze problemen krijgen op de arbeidsmarkt. Dit geldt zowel voor het vinden van een baan als bij het doorstromen naar betere posities op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat na het verlaten van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo; voorheen vbo en mavo) nog een opleiding moet worden gevolgd met een minimale opleidingsduur van (meestal) twee jaar. Het bezit van een startkwalificatie wordt afgeleid vanuit het behaalde onderwijsniveau. Personen met een opleiding op minimaal niveau 4.1 van de Standaard Onderwijsindeling (SOI) hebben een startkwalificatie behaald. Ook in de scholing van volwassenen wordt de startkwalificatie regelmatig als minimumeis genoemd.
Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico. Hierbij worden twee invalshoeken gehanteerd: 1) Zelfstandige (sociaaleconomische invalshoek) Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico - in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer), of - als directeur-grootaandeelhouder (dga), of - in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of - als overige zelfstandige (bijvoorbeeld in een zelfstandig uitgeoefend beroep). 2) Zelfstandige (economische invalshoek) Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico - in een eigen bedrijf of praktijk, of - in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of - als overige zelfstandige (bijvoorbeeld in een zelfstandig uitgeoefend beroep).

Afkortingen

AOW - Algemene Ouderdomswet

Bbz - Besluit bijstandverlening zelfstandigen

BRON - Basisregistratie Onderwijs

BRP - Basisregistratie Personen

BUS - Bijstandsuitkeringenstatistiek

BVH - Basisvoorziening Handhaving

CAPI - Computer Assisted Personal Interviewing

CATI - Computer Assisted Telephone Interviewing

CAWI - Computer Assisted Web Interviewing

CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek

EBB - Enquête Beroepsbevolking

IIVS - Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek

IOAW - Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

IOAZ - Wet Inkomensvoorziening oudere zelfstandigen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

MOE-landen - Midden- en Oost-Europese landen

PW - Participatiewet

S&W - Sociale samenhang en Welzijn

SOI - Standaard Onderwijsindeling

SSB - Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden

SZW - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

WEB - Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WWB - Wet werk en bijstand