Technische toelichting

Inleiding

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil graag meer inzicht in de dynamiek van arbeids- en uitkeringssituaties van personen na volledige uitstroom uit de bijstand naar werk. Zo is het ministerie geïnteresseerd in wat er gebeurt nadat iemand volledig uit de bijstand is gestroomd en of die uitstroom blijvend is geweest. Zodoende heeft het CBS dit interactieve dashboard ontwikkeld waarin visualisaties van ontwikkelingen over de tijd heen in kaart zijn gebracht.

Populatie

Het cohort dat in dit dashboard gevolgd wordt, bestaat uit personen die tussen december 2020 en november 2021 uitgestroomd zijn uit de bijstand en een maand later (januari-december 2021) een baan in loondienst hadden en geen bijstand. Het gaat dus om personen die volledig uitstromen uit de bijstand naar werk. Om dit goed vast te kunnen stellen, en eventuele administratieve vertraging uit te kunnen sluiten, wordt niet direct bij de beëindiging van de bijstandsuitkering gekeken of de persoon een baan heeft, maar wordt een maand na de beëindiging van de bijstandsuitkering gekeken of er sprake is van een baan. Om tot de onderzoekspopulatie te behoren moet de persoon niet alleen een baan hebben, maar tegelijk ook geen (nieuwe) bijstandsuitkering ontvangen. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, behoort de persoon tot de onderzoekspopulatie.

Iedere persoon uit de onderzoekspopulatie behoort toe tot één van de volgende deelpopulaties die gaan over het aantal maanden dat een persoon afhankelijk was van bijstand, voordat er uitstroom uit de bijstand was:

  1. minder dan 1 jaar bijstand;
  2. 1 tot en met 2 jaar bijstand;
  3. meer dan 2 jaar bijstand.

Daarnaast worden er, eveneens voor de periode voorafgaand aan de bijstand, nog twee deelpopulaties onderscheiden. Iemand kan bij geen, één of beide deelpopulaties horen:

  1. persoon had een baan tijdens de voorafgaande bijstandsperiode;
  2. persoon had sinds kort bijstand (maximaal 6 maanden) en heeft ergens in de periode tot en met 6 maanden vóór uitstroom uit de bijstand een WW-uitkering ontvangen.

In het tabblad Populatie wordt de populatie van personen die in 2021 uitgestroomd zijn uit de bijstand naar werk aan de hand van figuren nader gedetailleerd naar de populaties waartoe zij behoren. In de eerste figuur op tabblad Populatie wordt weergegeven hoeveel personen een bijstandsuitkering ontvingen alvorens er uitstroom uit de bijstand naar een baan was, waarbij een uitsplitsing is gemaakt naar deelpopulaties 1, 2 en 3. In de tweede figuur op tabblad Populatie wordt weergegeven tot welke van de overige deelpopulaties (4 en 5) personen behoren. Personen die tot geen van de twee deelpopulaties behoren, worden niet getoond in de figuur.

Uitstroomsituaties

Voor het bepalen van de uitstroommogelijkheden, namelijk de situatie 6, 12 of 18 maanden na de volledige uitstroom uit de bijstand naar werk, wordt er gekeken tot welke groep iedere persoon toebehoort:

  1. Geen bijstand (onafgebroken) en onafgebroken werkzaam;
  2. Geen bijstand (afgebroken) en onafgebroken werkzaam;
  3. Geen bijstand en afgebroken werkzaam;
  4. Terug in de bijstand en werkzaam;
  5. Terug in de bijstand en niet meer werkzaam;
  6. Geen bijstand en niet meer werkzaam, wel werkloosheidsuitkering;
  7. Overig: geen bijstand en niet meer werkzaam, geen werkloosheidsuitkering

In het tabblad Uitstroomsituaties wordt visueel toegelicht hoe de situatie van personen er in de periode van 1 tot en met 6 maanden na uitstroom uit de bijstand naar werk uit ziet voor iedere uitstroomsituatie. Daarbij wordt per maand weergegeven of er bij de desbetreffende uitstroomsituatie sprake moet zijn van een baan, bijstand en/of WW. Te zien is dat voor de uitstroomsituaties 4 tot en met 7 alleen naar de laatste maand (in de voorbeelden is dat maand 6) na volledige uitstroom uit bijstand naar werk wordt gekeken. Wat er in de tussenliggende maanden gebeurt, is bij die situaties niet van belang. Voor situaties 1 tot en met 3 wordt wel gekeken of iemand bijstand of een baan had in de vijf maanden voorafgaand aan het peilmoment (in de voorbeelden is dat maand 1 tot en met 5).

Het onderdeel Trends bevat Sankey-diagrammen waarmee de personen die zijn uitgestroomd uit bijstand naar werk in 2021 in de zesde, twaalfde en achttiende maand gevolgd kunnen worden.

In het tabblad Trends is bovenaan een keuzemenu weergegeven voor het bekijken van één van de deelpopulaties (1 tot en met 5). Deelpopulaties 1 tot en met 3 gaan over de duur van de bijstand voorafgaand aan uitstroom naar werk. Deelpopulatie 4 en 5 gaan over werk versus WW voorafgaand aan de uitstroom. De populatie uit deelpopulatie 4 of 5 betreft deels dezelfde populatie als de populatie in deelpopulatie 1, 2 en 3.

In het Sankey-figuur is helemaal links de situatie weergegeven op het moment dat er uitstroom uit bijstand naar werk plaatsvindt. Dit houdt het moment in dat er geen bijstandsuitkering is en wel een baan, precies één maand na de einddatum van de bijstandsuitkering. Vervolgens stromen deze personen in maand 6 uit naar 7 verschillende uitstroomsituaties. In maand 12 kunnen zij doorstromen naar dezelfde situatie als in maand 6, of naar een andere situatie.

Onderzoeksmethode

Om de startpopulatie af te bakenen, worden eerst per persoon alle aansluitende bijstandsperiodes samengevoegd tot één record. Elke persoon heeft nu per bijstandsperiode een apart record (rij) in het databestand. Vervolgens wordt per einddatum van een bijstandsperiode gekeken of de persoon een maand later een baan had. Tevens wordt het bestand gefilterd zodat alleen bijstandsperiodes overblijven die beëindigd zijn tussen 01-12-2020 en 30-11-2021. Om ervoor te zorgen dat we voor elke persoon de eerste bijstandsperiode die in 2021 eindigt als startpunt meenemen, aggregeren we het bestand op persoonsniveau waarbij we de eerst voorkomende einddatum in 2021 kiezen. Als iemand bijvoorbeeld bijstand ontving van 01-02-2021 tot en met 30-04-2021 en van 01-08-2021 tot en met 30-10-2021, dan willen we de persoon vanaf 30-04-2021 volgen. Wanneer we dat doen, zien we dat deze persoon weliswaar in april uitstroomt uit de bijstand, maar in augustus weer instroomt.

In de vervolgstappen, worden variabelen voor alle peilmomenten aangemaakt, die vervolgens gevuld worden met informatie over of iemand op dat moment een baan, bijstand, of WW had. Hierbij worden niet alleen peilmomenten aangemaakt voor 6, 12 en 18 maanden na uitstroom maar ook de tussenliggende maanden evenals tot en met 7 maanden voorafgaand aan uitstroom. Ter illustratie: peilmoment t-1 is het moment waarop de algemene bijstandsuitkering is beëindigd; Peilmoment t ligt exact 1 maand na t-1 en peilmoment t-7 ligt exact 6 maanden voor peilmoment t-1 en 7 maanden voor peilmoment t. De in het verleden liggende peilmomenten zijn nodig om deelpopulaties 4 en 5 af te bakenen. Voor deelpopulatie 4 wordt gekeken of op de dag voordat de bijstandsuitkering eindigde een baan was. Voor deelpopulatie 5 wordt gekeken of er exact 7 maanden vóór uitstroom uit de bijstand (peilmoment t-7) geen bijstandsuitkering was maar 2 maanden voor uitstroom (peilmoment t-2) wel. Daarnaast wordt voor deelpopulatie 5 gekeken of iemand in deze periode (peilmomenten -7 tot en met -2) op enig moment een WW-uitkering ontving.

Om deelpopulaties 1 tot en met 3 af te bakenen, wordt berekend hoe lang een persoon onafgebroken een bijstandsuitkering ontving voorafgaand aan uitstroom. Deze duur van de beëindigde bijstandsuitkering wordt berekend als het aantal maanden tussen de einddatum van de uitkering (t-1) en de aanvangsdatum van de onafgebroken bijstandsperiode.

Ten slotte wordt van elke persoon de leeftijd bepaald op moment t. Nu kan de data gefilterd worden zodat alleen personen overblijven die op moment t geen bijstand maar wel een baan hebben en die tussen de 15 jaar en de AOW-leeftijd zijn.

Aandachtspunten bij de cijfers

Bescherming van persoonsgegevens
Om onthulling van informatie over individuele personen te voorkomen, zijn de cijfers afgerond op tientallen. Hierdoor hoeft het totaal niet overeen te komen met de som van onderliggende uitsplitsingen.

Privacy

Het CBS is het statistisch bureau van Nederland dat onafhankelijk onderzoek uitvoert. Het CBS werkt bij elk onderzoek met strenge eisen om data op een veilige manier te verwerven, te verwerken en te publiceren en is transparant over de manier van werken en de methodieken.

Het CBS verzamelt gegevens van natuurlijke personen, bedrijven en instellingen. Dit is wettelijk vastgelegd in de CBS-wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Identificerende persoonskenmerken worden na ontvangst direct gepseudonimiseerd. Hierdoor kan het onderzoek alleen worden uitgevoerd op gegevens met een pseudosleutel. Bij publicatie zorgt het CBS er bovendien voor dat natuurlijke personen of bedrijven niet herkenbaar of herleidbaar zijn. Ook hanteert het CBS diverse maatregelen tegen diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens. Het CBS levert geen herkenbare gegevens aan derden, ook niet aan andere overheidsinstellingen. Wel kunnen sommige (wetenschappelijke) instellingen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gegevens met pseudosleutel op persoons- of bedrijfsniveau. Dit wordt microdata genoemd.

Voor meer informatie, zie onze website: www.cbs.nl/privacy.

Bronnen

Algemene beschrijving
De Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) bevat informatie over de in Nederland verstrekte bijstandsuitkeringen op grond van de Participatiewet (algemene- en bijzondere bijstand inclusief Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). In dit onderzoek wordt alleen gekeken naar algemene bijstandsuitkeringen op grond van de Participatiewet.

Leverancier
Gemeenten

Integraal of steekproef
Integraal

Periodiciteit
Maandelijks

Bijzonderheden
Er wordt gebruik gemaakt van transactiebestanden. De term transactiebestand wordt gebruikt voor bestanden waarin de administratief vertraagde informatie voor drie maanden is teruggelegd. Vijf maanden na afloop van de verslagmaand zijn de transactiebestanden beschikbaar voor onderzoek.
Algemene beschrijving
De loonaangifte bevat gegevens over inkomstenverhoudingen (uit de loonadministratie) van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. De Belastingdienst ontvangt de loonaangifte. Het UWV stelt hiermee de Polisadministratie samen. In dit onderzoek wordt deze informatie gebruikt om te bepalen of personen werkend zijn.

Leverancier
Belastingdienst/UWV

Integraal of steekproef
Integraal

Periodiciteit
Maandelijks

Bijzonderheden
n.v.t.
Algemene beschrijving
De Basisregistratie Personen (BRP) is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De BRP bevat gegevens over ingezetenen en niet-ingezetenen. In de BRP zijn van iedere ingeschrevene gegevens zoals Burgerservicenummer (BSN), geboortedatum, geslacht, burgerlijke staat, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over de ouders, partners en kinderen. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. De bij het onderzoek gebruikte persoonsgegevens zoals leeftijd, geslacht en herkomst zijn uit de BRP afkomstig.

Leverancier
Gemeenten

Integraal of steekproef
Integraal

Periodiciteit
Maandelijks

Bijzonderheden
n.v.t.
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens over alle personen die op een peilmoment een ontslagwerkloosheidsuitkering ontvangen in het kader van de Werkloosheidswet (WW). Omdat personen meer dan één dienstbetrekking kunnen hebben, kunnen zij meer dan één WW-uitkering of deeltijd-WW ontvangen.

Leverancier
UWV

Integraal of steekproef
Integraal

Periodiciteit
Maandelijks

Bijzonderheden
Er wordt gebruik gemaakt van transactiebestanden. De term transactiebestand wordt gebruikt voor bestanden waarin de administratief vertraagde informatie voor drie maanden is teruggelegd. Vijf maanden na afloop van de verslagmaand zijn de transactiebestanden beschikbaar voor onderzoek.

Begrippen

Een algemene bijstandsuitkering die wordt verstrekt in het kader van de Participatiewet. Uitkeringen in het kader van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) behoren ook tot de bijstandsuitkeringen, maar zijn in dit onderzoek niet als zodanig geteld. Hetzelfde geldt voor personen verblijvend in een inrichting of zonder adres.
De AOW-leeftijd in 2021 bedroeg 66 jaar en 4 maanden.
Een arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een economische eenheid waarin is vastgelegd dat arbeid zal worden verricht en waartegen een (financiële) beloning staat. In dit onderzoek zijn ook deeltijdbanen en banen met weinig uren meegenomen. Stages zijn buiten beschouwing gelaten. Arbeid als zelfstandige, overige arbeid (freelancers, etc.) of arbeid in het buitenland telt niet mee als baan.
Wanneer in dit onderzoek wordt gesproken van bijstand of een bijstandsuitkering, dan wordt hier een algemene bijstandsuitkering mee bedoeld. Zie algemene bijstandsuitkering.
Op basis van de duur van de bijstandsuitkering en of de persoon werk en/of WW had voorafgaand aan uitstroom, worden vijf deelpopulaties onderscheiden.
Een persoon ontving voorafgaand aan de uitstroom uit de bijstand, minder dan 1 jaar een bijstandsuitkering.
Een persoon ontving voorafgaand aan de uitstroom uit de bijstand, tussen 1 en 2 jaar een bijstandsuitkering.
Een persoon ontving voorafgaand aan de uitstroom uit de bijstand, twee jaar of langer een bijstandsuitkering.
Een persoon had werk en bijstand voorafgaand aan de volledig uitstroom uit de bijstand. Voorafgaand wordt gezien als de dag voor de einddatum van de bijstandsuitkering.
Een persoon was sinds kort afhankelijk van bijstand, en had een WW-uitkering, voordat er uitstroom uit de bijstand was. 'Sinds kort' betekent hier dat een persoon zeven maanden voor uitstroom geen bijstand had, maar twee maanden voor uitstroom wel. Het maakt daarbij niet uit of de persoon bijstand ontving in de tussenliggende maanden. De persoon had een WW-uitkering als de persoon één, twee, drie, vier, vijf of zes maanden voor de einddatum van de bijstandsuitkering een WW-uitkering ontving.
Leeftijd wordt bepaald aan de hand van de geboortemaand en het geboortejaar zoals in de BRP bekend is. De leeftijd is bepaald op peilmoment 0.
Persoon heeft een arbeidsovereenkomst met een economische eenheid waarin is vastgelegd dat arbeid zal worden verricht en waartegen een (financiële) beloning staat. Het gaat hierbij dus om een baan in loondienst. In dit onderzoek zijn ook deeltijdbanen en banen met weinig uren meegenomen. Stages, arbeid als zelfstandige, overige arbeid (freelancers, etc.) of arbeid in het buitenland telt niet mee als baan.
De Participatiewet is bedoeld voor iedereen die kan werken, maar het niet zonder ondersteuning redt op de arbeidsmarkt. De wet heeft als doel dat mensen, ook wanneer zij een arbeidsbeperking hebben, sneller een baan vinden.
De einddatum van de uitkering ligt op peilmoment -1. Peilmoment 0 representeert het moment exact één maand na de einddatum van de uitkering en wordt gezien als de datum van volledige uitstroom naar werk.
Stroomdiagram waarmee visueel wordt weergegeven hoe maandelijkse veranderingen van personen verlopen.
Personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd die in het verslagjaar volledig uitstromen uit de bijstand naar werk.
De bijstandsuitkering heeft een einddatum die ligt tussen 1 december 2020 en 30 november 2021.
Persoon heeft een bijstandsuitkering beëindigd tussen 1 december 2020 en 30 november 2021 en heeft precies een maand later een baan in loondienst en geen algemene bijstandsuitkering meer.
Positie van personen, zes, twaalf of achttien maanden na uitstroom uit de bijstand naar werk. Personen worden ingedeeld in één van zeven situaties.
Onafgebroken uit de bijstand en onafgebroken werkzaam
Afgebroken uit de bijstand en onafgebroken werkzaam
Onafgebroken of afgebroken uit de bijstand en afgebroken werkzaam
Terug in de bijstand en werkzaam
Terug in de bijstand en niet meer werkzaam
Geen bijstand, niet meer werkzaam en wel werkloosheidsuitkering
Overig: geen bijstand, niet meer werkzaam en geen werkloosheidsuitkering.
Uitkering in het kader van de Werkloosheidswet.

Afkortingen

AOW - Algemene Ouderdomswet

AVG - Algemene Verordening Gegevensbescherming

Bbz - Besluit bijstandsverlening zelfstandigen

BRP - Basisregistratie Personen

BSN - Burgerservicenummer

BUS - Bijstandsuitkeringenstatistiek

CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek

GBA - Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens

IOAW - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

IOAZ - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

SZW - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

UWV - Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

WW - Werloosheidswet