Verhuisketens in Nederland

Het dashboard verhuisketens geeft inzicht in hoe verhuizingen onderling samenhangen. Een serie aaneengeschakelde verhuizingen wordt ook wel een verhuisketen genoemd. Hoeveel woningen komen er vrij door bijvoorbeeld het bouwen van woningen of door emigratie? En in welke gemeenten staan deze woningen? Wat voor type woningen zorgen voor de meeste verhuizingen? Dit dashboard geeft een beeld van verhuisketens in Nederland.

Dit dashboard bevat gegevens over verhuisketens. Hierbij worden de verschillende manieren waarop een verhuisketen gestart kan worden onderscheiden. Verder is het mogelijk om de resultaten te bekijken per type eigendom, type woning en per gemeente.

Dit dashboard is een innovatief product ontwikkeld door het CBS. Voor vragen of feedback over dit dashboard, kunt u contact met ons opnemen door te mailen naar: udc.info@cbs.nl onder vermelding van Verhuisketens.

Methode

Op deze pagina wordt uitgebreid stilgestaan bij wat een verhuisketen is en hoe deze wordt afgebakend. Daarbij wordt ingegaan op de verschillende manieren waarmee een verhuisketen start.

Wat is een verhuisketen

Op deze pagina wordt op een interactieve manier de werking van verhuisketens uitgelegd.
Scroll naar beneden voor meer informatie.

Aanleiding

Voor een goed functionerende woningmarkt is doorstroming belangrijk. Als huishoudens verhuizen van de ene woning naar de andere en de achtergelaten woning beschikbaar komt voor andere huishoudens, kan dit leiden tot een serie van verhuizingen.

Om dit kwantitatief in beeld te brengen wordt meestal gebruik gemaakt van het Markov – ketenmodel. In dit model wordt de gemiddelde lengte van een verhuisketen berekend door alleen te kijken naar de huidige en vorige woning. Vervolgens worden de berekende kansen doorgetrokken naar alle verhuizingen. Hiervoor wordt vaak gebruik gemaakt van enquêtes.

Doordat het CBS over data van alle verhuizingen beschikt is het mogelijk om verhuisketens te reconstrueren. In dit innovatieproject brengt het CBS verhuisketens in beeld geheel op basis van registerdata, zonder enquêtes. Zo krijgen we een eerste inzicht in de lengte en achtergrondkenmerken van verhuisketens in Nederland in 2021.

Definitie verhuisketen

Een verhuisketen is een serie van aaneengeschakelde verhuizingen doordat een nieuwe woning wordt gerealiseerd of doordat een bestaande woning vrijkomt. Een verhuisketen bestaat uit een aantal schakels. Een schakel in een verhuisketen bestaat uit een huishouden die een woning betrekt en ook een woning achterlaat voor een ander huishouden. De lengte van een verhuisketen geeft aan hoeveel doorstromers geholpen worden. Elke verhuisketen eindigt als er geen woning meer wordt achtergelaten. Op dit dashboard gaat het alleen over verhuisketens binnen het jaar 2021, in praktijk kunnen verhuisketens over meerdere jaren doorlopen.

Start

Er zijn verschillende manieren waarop een verhuisketen gestart kan worden. Aan de ene kant door het het toevoegen van woningen en aan de andere kant door demografische gebeurtenissen. Nieuwbouw, transformatie (het hergebruik van bestaande panden) en het splitsen van woningen zijn voorbeelden van toevoegingen aan de woningvoorraad. Demografische gebeurtenissen die zorgen voor het vrijkomen van een bestaande woning zijn bijvoorbeeld sterfte of emigratie.

In dit dashboard ligt de focus op verhuisketens die gestart worden door nieuwbouw, transformatie, emigratie en sterfte.

Einde

Een verhuisketen eindigt als er geen woning meer wordt achtergelaten. Dit is het geval als een woning wordt gesloopt, gebruikt wordt als tweede woning of betrokken wordt door iemand van buiten de regio. In dit onderzoek betreft het mensen die van buiten Nederland een woning betrekken. Demografische gebeurtenissen kunnen ook zorgen voor het einde van een verhuisketen. Bijvoorbeeld bij het huis uit gaan van kinderen of bij een scheiding waarbij één van de ex-partners in het huis blijft wonen.

Een praktijkvoorbeeld

Een verhuisketen bestaat uit een aantal schakels met een start en einde. Elke schakel bestaat uit drie stappen, namelijk de 'nieuwe' woning (1), het huishouden dat verhuist (2) en de 'oude' woning (3). Hieronder omschrijven we aan de hand van een voorbeeld welke stappen in een verhuisketen kunnen voorkomen.

Stap 1: 'nieuwe' woning

De gemeente ontwikkelt een nieuwbouwlocatie aan de rand van een stad. Op deze nieuwbouwlocatie worden vrijstaande woningen gerealiseerd in het duurdere segment. De gemeente heeft als doelgroep doorstromers op de woningmarkt. Dit zijn huishoudens die al een woning bezitten en toe zijn aan een volgende stap in hun wooncarrière.

Stap 2: verhuizing huishouden

Als voorbeeld nemen we een stel met twee kinderen. Dit stelt woont momenteel in een tussenwoning in een oude stadswijk nabij de binnenstad. Zij zijn op zoek naar een grotere woning met meer tuin. De nieuwbouwlocatie past precies bij wat ze zoeken. Dit stel besluit te verhuizen naar een vrijstaande nieuwbouwwoning en zetten hun eigen tussenwoning te koop.

Stap 3: ‘oude’ woning komt vrij

Door de beslissing om te verhuizen komt de bestaande tussenwoning van het stel beschikbaar voor een ander huishouden dat op zoek is. Hierdoor kan bijvoorbeeld een jong stel verhuizen van hun huurappartement naar de zojuist vrijgekomen tussenwoning met tuin. Door het toevoegen van een nieuwe woning in de gemeente zijn zowel het stel met twee kinderen als het jonge stel in staat om hun verhuiswensen te realiseren. Het huurappartement van het stel dat naar de tussenwoning verhuist is nu de volgende stap in een nieuwe schakel van deze verhuisketen.

Herhaling

Deze drie stappen worden steeds herhaald totdat er in de derde stap geen woning meer beschikbaar komt. De verhuisketen eindigt. Wij onderscheiden in het dashboard vier hoofdredenen waarom een keten stopt, namelijk:
- Er wordt geen lege woning achtergelaten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het uit huis gaan van kinderen of bij een scheiding waarbij één van de ex-partners in het huis blijft wonen.
- Immigratie, de vestiging van een huishouden vanuit het buitenland in Nederland. De woning die achtergelaten wordt is niet beschikbaar voor de Nederlandse woningmarkt. Het is belangrijk hierbij toe te voegen dat een keten op regionaal niveau ook kan stoppen als een huishouden zich vestigt van buiten de regio. In dat geval komt de woning niet beschikbaar voor de regionale woningmarkt.
- De woning wordt niet gevuld in de onderzoeksperiode/leegstand. Door de gekozen methode kan het voorkomen dat het CBS nog geen nieuwe bewoners vindt. Meer informatie is te vinden in de technische toelichting. Leegstand kan ook voorkomen.
- De woning wordt gesloopt, dit zal in de praktijk niet vaak voorkomen.

Einde pagina

Startpopulatie

Op deze pagina wordt weergegeven hoeveel woningen er beschikbaar zijn aan het begin van de verhuisketen in 2021 en welke kenmerken deze woningen hebben.

De start van een verhuisketen

In 2021 wordt 45% van de verhuisketens gestart door sterfte gevolgd door nieuwbouw met 30% en emigratie met 21%. 4% van de verhuisketens wordt gestart doordat een woning vrijkomt door transformatie.

In het onderstaande figuur wordt de startpopulatie uitgesplitst naar de kenmerken type eigendom en type woning. De data worden zowel getoond in absolute aantallen als in procenten.

Verhuisketens

Deze pagina geeft inzicht in de lengte van verhuisketens binnen 2021. Hierbij worden de cijfers uitgesplitst naar type eigendom en type woning.

Wat is een verhuisketen

In 2021 zijn 35 duizend woningen vrijgekomen door emigratie. Doordat huishoudens verhuizen naar deze woningen zijn in de eerste schakel bijna 25 duizend woningen vrijgekomen. Ook hier verhuizen weer huishoudens naar toe. Door deze verhuizingen komen er ongeveer 11 duizend woningen vrij in de tweede schakel.

De totale lengte van de verhuisketens in Nederland in 2021 omvat 13 schakels. Vanwege de kleine aantallen vanaf schakel 6, worden enkel de eerste vijf schakels getoond.

Welke woningen komen vrij?

Onderstaande figuur geeft het aantal vrijgekomen woningen per schakel in procenten weer. In de eerste schakel is het aandeel vrijgekomen woningen het hoogst. Daarna blijft het aandeel vrijgekomen woningen stabiel. Bij nieuwbouw komt bij schakel 2 58,5% vrij en dat neemt af tot 54,5% bij schakel 13. Dat wil zeggen dat ongeveer de helft van de achtergelaten woningen daadwerkelijk vrijkomt voor een andere huishouden.

Bij nieuwbouw en transformatie komen er meer woningen vrij in de eerste schakel dan dat er in de startpopulatie zitten. De startpopulatie bestaat uit nieuw gerealiseerde woningen in 2021. Een deel van de huishoudens die naar een nieuwe woning verhuist laat meer dan één woning achter, bijvoorbeeld doordat mensen gaan samenwonen.

Onderstaande figuur geeft het aantal vrijgekomen woningen per schakel in absolute aantallen weer. Wat voor type woningen komen vrij en zijn dit koop- of huurwoningen? Er zitten duidelijke verschillen in de verhuisketen als we kijken naar type eigendom. Verhuisketens gestart door emigratie bevatten meer huurwoningen, terwijl verhuisketens gestart door nieuwbouw vaker bestaan uit koopwoningen.

De lengte van een verhuisketen

Hoeveel woningen komen er gemiddeld vrij in de verhuisketen door transformatie, sterfte, nieuwbouw en emigratie? De lengte van de verhuisketen wordt berekend door het totaal aantal vrijgekomen woningen - inclusief de startpopulatie - te delen door de startpopulatie.

De langste verhuisketens ontstaat door vrijstaande woningen, twee-onder-één-kappers en hoekwoningen. Het is van belang om te kijken naar de doelgroep en de samenstelling van de verhuisketens (type en eigendom). Voor een doorstromer zijn lange verhuisketens van belang. Er komen dan meer woningen vrij en dus meer kans om een verhuiswens te realiseren. Terwijl voor een starter het aantal verhuisketens vooral van belang is. Een verhuisketen eindigt met een starter. Een starter laat geen woning achter.

De verhuisketens bij sterfte zijn aanzienlijk korter. Dit heeft onder andere te maken met de afbakening van het onderzoek. Voor veel woningen waarvan de bewoner is overleden kan nog geen nieuwe bewoner gevonden worden in de data. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de woning nog niet is opgeruimd en daadwerkelijk beschikbaar komt voor anderen.

Loading...

Per gemeente

Deze pagina toont de verhuisketens per gemeente. De cijfers over sterfte, emigratie, nieuwbouw en transformatie zullen afwijken van CBS Statline en niet overeenkomen met verhuisbewegingen. In dit onderzoek wordt specifiek gekeken naar woningen die vrij komen voor een ander huisouden. Voor meer informatie zie de technische toelichting

Startpopulatie per gemeente

Onderstaande figuur laat de startpopulatie en totalen zien per gemeente. Om de figuren toe lichten wordt de gemeente Groningen als voorbeeld gebruikt. In de gemeente Groningen zijn de meeste verhuisketens gestart door emigratie (1 235) gevolgd door sterfte met 835 vrijgekomen woningen.

Verhuisketens op de kaart

Door de start van een verhuisketen komen er woningen vrij. Maar in welke gemeenten bevinden zich deze vrijgekomen woningen? Onderstaande kaart geeft antwoord op deze vraag. De kaart laat alle vrijgekomen woningen in de gehele verhuisketen zien, exclusief de startpopulatie. In het bovenstaande figuur hebben we laten zien dat er door emigratie 1 235 woningen zijn vrijgekomen in het voorbeeld van de gemeente Groningen. Deze verhuisketen zorgt ervoor dat in de gemeente Groningen 845 woningen vrijkomen doordat huishoudens doorstromen. Maar niet alleen in de gemeente Groningen of omliggende gemeenten. Ook in bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Eindhoven komen woningen vrij doordat er Groningen mensen zijn geëmigreerd.

Bronnen

Algemene beschrijving
De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De BAG bestaat uit twee samenhangende basisregistraties: de Basisregistratie Adressen en de Basisregistratie Gebouwen. De Basisregistratie Adressen bevat alle officiële, als zodanig toegekende, adressen op Nederlands grondgebied. Een adres is de door de bevoegde gemeente toegekende benaming, bestaande uit de naam van een openbare ruimte (straat), een nummeraanduiding (huisnummer en toevoegingen) en woonplaats. Adressen worden toegekend aan adresseerbare objecten uit de Basisregistratie Gebouwen. In de Basisregistratie Gebouwen zijn alle panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen geregistreerd. Deze 'objecttypen' zijn afgebakend en voorzien van een unieke aanduiding. Bepaalde gegevens behorende bij de objecttypen (zoals de oppervlakte en het bouwjaar) zijn ook in de registratie opgenomen. Aan ieder object is minimaal één adres gekoppeld. Daarnaast zijn nevenadressen mogelijk. Aan panden zonder verblijfsobject (zoals onzelfstandige bijgebouwen) wordt geen adres toegekend.

Leverancier
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de vulling van de BAG. Het Kadaster beheert de BAG en krijgt de gegevens aangeleverd door de gemeenten.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De BAG komt maandelijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Het CBS maakt vanaf 1 januari 2012 gebruik van de BAG.
Algemene beschrijving
De Basisregistratie Personen (BRP) is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De BRP bevat gegevens over ingezetenen en niet-ingezetenen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens over ingezetenen. Gegevens over niet-ingezetenen worden bijgehouden door het ministerie van BZK. Elke persoon die naar verwachting ten minste vier maanden rechtmatig in Nederland verblijft, moet ingeschreven worden als ingezetene. Wanneer iemand niet aan deze voorwaarden voldoet maar wel een relatie heeft met de Nederlandse overheid, wordt de persoon ingeschreven als niet-ingezetene. Te denken valt aan mensen die buiten Nederland wonen en hier werken, studeren, onroerend goed bezitten, vanuit Nederland een uitkering genieten, enzovoorts. Ook ingezetenen die naar verwachting ten minste acht maanden buiten Nederland verblijven, worden niet-ingezetene. In de BRP zijn van iedere ingeschrevene gegevens als burgerservicenummer (BSN), geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over de ouders, partners en kinderen. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. Voor meer informatie over de BRP wordt verwezen naar de website van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens http://www.rvig.nl/brp.

Leverancier
Gemeenten

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Doorlopend

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
De Woonbase is een set gepseudonimiseerde microdatabestanden met kenmerken van woningen, huishoudens, en personen. Het doel van de Woonbase is om gemakkelijker en eenduidiger informatie te genereren over "wie woont waar", met daarbij een beschrijving van de woningen, bewoners, en vooral ook de combinatie daarvan. De basis van de Woonbase bestaat uit de Basisregistratie personen (BRP) en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Verder bevat de Woonbase een financieel-economische component (FEC). Deze component bevat gegevens over onder andere het inkomen, vermogen, en woonlasten van personen en huishoudens. Samen met de andere bestanden van de Woonbase kunnen hiermee betaalbaarheidsvraagstukken integraal worden onderzocht.

Leverancier
CBS, op basis van verschillende registers.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks sinds 2018.

Bijzonderheden
De FEC wordt twee jaar na het Woonbasejaar opgeleverd.

Begrippen

Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is of in het geval van nieuwbouw is vastgesteld dat de eigenaar een toegaten instelling wordt. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs. Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie. Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Uit de leden van het huishouden wordt de hoofdbewoner (of referentiepersoon) als volgt gekozen: als er een paar is binnen het huishouden: de man; als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar; in een eenouderhuishouden: de ouder; in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Particulier of institutioneel huishouden.
Dit zijn woningen gelegen in panden met twee of meer verblijfsobjecten. Hieronder vallen bijvoorbeeld flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen met bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.
Door nieuwbouw aan de voorraad toegevoegd.
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder. Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen. Particulieren: alle natuurlijke personen. Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Woningen die zijn onstaan door transformatie van bestaande panden met verblijfsobjecten die in eerste instantie geen woonfunctie hebben. Een voorbeeld hiervan is wanneer kantoorpanden worden verbouwd tot woningen.
Een huishouden dat na verhuizing hoofdbewoner van een woning is en dat nieuw gevormd is (huwelijk, samenwonen, scheiding, zelfstandig wonen) of geïmmigreerd, of voor de verhuizing geen hoofdbewoner van een woning was.
Een verhuisketen is een serie van aaneengeschakelde verhuizingen doordat een nieuwe woning wordt gerealiseerd of doordat een bestaande woning vrijkomt, bijvoorbeeld door overlijden van de bewoner(s) of een verhuizing. Een verhuisketen eindigt als er geen woning meer wordt achtergelaten, bijvoorbeeld in het geval van sloop van de woning of een scheiding waarbij één van de partners in het huis blijft wonen. De schakels in een verhuisketen zijn de huishoudens die een woning betrekken en ook een woning vrijmaken. Het aantal schakels in dit proces is de lengte van een verhuisketen.
Totaal aantal woningen op 1 januari. Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door een particulier huishouden. De voorraadcijfers zijn met ingang van 1992 gebaseerd op de administratieve woningtelling met peildatum 1 januari 1992 en de daarna door de gemeenten aan het CBS gemelde mutaties.

Afkortingen

BAG - Basisregistratie Adressen en Gebouwen

BRP - Basisregistratie Personen

CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek

FEC - Financieel-economische component

SSB - Stelsel van Sociaal Statistische Bestanden

Technische toelichting

Innovatief dashboard

Het CBS heeft op eigen initiatief dit dashboard over verhuisketens in Nederland ontwikkeld. In dit innovatieproject staat de vraag centraal hoe verhuisketens in beeld gebracht kunnen worden op basis van bestaande registraties. Uw feedback wordt gebruikt om dit dashboard verder door te ontwikkelen en kunt u sturen naar udc.info@cbs.nl onder vermelding van Verhuisketens.

Populatie

De startpopulatie bestaat uit alle woningen in Nederland die zijn vrijgekomen en een verhuisketen kunnen genereren. Het betreft alle woningen die in 2021 beschikbaar komen door sterfte, emigratie, nieuwbouw of transformatie waarbij er geen mensen zijn die achterblijven op het adres. Andere manieren om een verhuisketen te starten, zoals verhuizen naar een institutie, zijn niet meegenomen in dit onderzoek.

Overlijden

Huizen die vrijkomen door overlijden worden bepaald door te controleren of iemand is overleden in 2021. Als dat het geval is, is voor deze persoon de woning op 31 december leeg. Daarna is er gecontroleerd of er nog een andere persoon op dit adres woont op 31 december. Als dat niet het geval is, wordt de woning meegenomen in de startpopulatie.

  • Het kan voorkomen dat er in een institutie, zoals een verpleeghuis, iemand overlijdt. Het overlijden van een persoon in een verpleeghuis brengt juist een verhuisketen op gang, er is immers weer plek voor een ander. Toch is ervoor gekozen om deze verhuisketens niet mee te nemen, omdat de data op dit moment nog niet betrouwbaar genoeg is om te stellen dat er ook daadwerkelijk een verhuisketen wordt gestart door het vrijkomen van een woning in een verzorgingstehuis. Hierdoor is er dus sprake van onderschatting van verhuisketens door overlijden.
  • In enkele gevallen komt het voor dat er binnen een huishouden iemand overlijdt en de rest van het huishouden binnen datzelfde jaar verhuist. In dat geval zijn er geen achterblijvers op het adres en komt de woning dus in de startpopulatie terecht. De woning is echter geen start van een verhuisketen, maar een onderdeel van een verhuisketen. Het deel van het huishouden verhuist immers naar een vrijgekomen woning . Door dit soort gevallen is er een overschatting van verhuisketens door overlijden.
  • Tenslotte komt het voor dat binnen een huishouden de ene bewoner overlijdt en de andere bewoner emigreert. In dat geval wordt er gekozen voor een ketenstart door overlijden, omdat sterftecijfers betrouwbaarder zijn dan emigratiecijfers.

Emigratie

Huizen die vrijkomen door emigratie worden bepaald door te controleren of iemand is geëmigreerd in 2021. Als dat het geval is, is voor deze persoon de woning op 31 december leeg. Daarna is er gecontroleerd of er nog een andere persoon op dit adres woont op 31 december. Als dat niet het geval is, wordt de woning meegenomen in de startpopulatie.

  • Het kan zijn dat iemand tijdelijk emigreert naar het buitenland en de woning intussen wordt bewoond door een ander huishouden. In dit geval wordt de woning wel als ketenstart gezien, als het nieuwe huishouden op 31 december geregistreerd staat in de betreffende woning. Dit leidt tot een overschatting van verhuisketens door emigratie.
  • In enkele gevallen komt het voor dat er binnen een huishouden iemand emigreert en de rest van het huishouden binnen datzelfde jaar verhuist. In dat geval zijn er geen achterblijvers op het adres en komt de woning dus in de startpopulatie terecht. De woning is echter geen start van een verhuisketen, omdat een deel van het huishouden naar een andere woning is verhuisd. Door dit soort gevallen is er een overschatting van verhuisketens door emigratie.
  • In enkele gevallen komt het voor binnen een huishouden dat de ene bewoner overlijdt en de andere bewoner emigreert. In dat geval wordt er gekozen voor een ketenstart door overlijden, omdat sterftecijfers betrouwbaarder zijn dan emigratiecijfers. Dit leidt tot een onderschatting van het aantal verhuisketens dat start door emigratie.
  • Administratieve afvoeringen worden in andere onderzoeken vaak meegenomen bij emigratiecijfers. In dit onderzoek is ervoor gekozen om administratieve afvoeringen nog niet mee te nemen, omdat het onduidelijk is of het invloed heeft op verhuisketens. Het is dus op dit moment nog niet duidelijk of dit leidt tot onderschatting van het aantal verhuisketens dat start door emigratie.

Nieuwbouw

Verhuisketens die gestart worden door nieuwbouw zijn woningen die in 2021 zijn opgeleverd en bewoond. Dit wordt bepaald door te controleren of er een huishouden in een nieuwbouwwoning woont op 31 december 2021. Als dat het geval is, wordt de woning meegenomen in de dataset. Bij nieuwbouwwoningen kan er nooit sprake zijn van een achterblijver, omdat de woning daarvoor onbewoond was.

  • In enkele gevallen verhuizen huishoudens precies op 1 januari 2021 naar de nieuwbouwwoning. In dat geval is de nieuwbouwwoning wel opgeleverd in 2021, maar kan deze niet worden meegenomen in het onderzoek. Dat komt doordat we het oude adres van de nieuwbouwbewoners niet kunnen achterhalen met de gekozen methode. Daarom worden de verhuisketens van nieuwbouwwoningen die op 1 januari bewoond raken niet meegenomen in het onderzoek. Dat leidt tot een onderschatting van het aantal verhuisketens dat start door nieuwbouwwoningen.

Transformatie

Verhuisketens die gestart worden door transformatie zijn woningen die in 2021 zijn opgeleverd en bewoond. Dit wordt bepaald door te controleren of er een huishouden in een getransformeerde woning woont op 31 december 2021. Als dat het geval is, wordt de woning meegenomen in de dataset. Bij transformatiewoningen kan er nooit sprake zijn van een achterblijver, omdat de woning daarvoor onbewoond was.

  • In enkele gevallen verhuizen huishoudens precies op 1 januari 2021 naar de transformatiewoning. In dat geval is de transformatiewoning wel opgeleverd in 2021, maar kan deze niet worden meegenomen in het onderzoek. Dat komt doordat we het oude adres van de bewoners niet kunnen achterhalen met de gekozen methode. Daarom worden de verhuisketens van getransformeerde woningen die op 1 januari bewoond raken niet meegenomen in het onderzoek. Dat leidt tot een onderschatting van het aantal verhuisketens dat start door transformatiewoningen.

Peilmoment

Het peiljaar is 2021. Er wordt gebruik gemaakt van twee peilmomenten, namelijk waar iemand woont op 1 januari 2021 en waar iemand woont op 31 december 2021. Verhuizingen van een persoon die binnen een jaar plaats vinden, worden door deze methode dus niet meegenomen. Dat leidt tot een onderschatting van verhuisketens.

Einde van keten

Een verhuisketen eindigt als er geen vrije woning meer wordt gegenereerd. Dat is in het geval van achterblijvers op hetzelfde adres. Dat kan bijvoorbeeld komen door een scheiding, of doordat een jongere uit huis gaat. Ook kan een verhuisketen eindigen als er een woning wordt gesloopt of als iemand vanuit het buitenland in de woning gaat wonen.

Woonbase

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de Woonbase. De Woonbase bestaat uit een set van consistente micro-databestanden speciaal ontworpen voor het doen van woningmarktonderzoek. De woningmarkt wordt vaak vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Afhankelijk van het onderzoeksthema zijn soms woningen en hun bewoners doel van onderzoek, soms zijn juist personen en waar zij wonen doel van onderzoek, terwijl ander onderzoek zich juist richt op huishoudens. In de Woonbase zijn al die drie benaderingen mogelijk, bovendien zijn ze consistent met elkaar. De belangrijkste vraag die kan worden beantwoordt met de Woonbase is: “Wie woont waar met wie?”

Gemiddelde ketenlengte

De gemiddelde ketenlengte geeft aan hoe lang een verhuisketen gemiddeld is per deelgroep. De lengte per groep wordt berekend door het totaal aantal vrijgekomen woningen – inclusief het primaire aanbod – te delen door het primaire aanbod.

Afronding

Het CBS hanteert publicatieregels m.b.t. afronding en onderdrukking. Absolute aantallen zijn afgerond op vijftallen. Daarnaast geldt dat aantallen lager dan 5 in het dashboard zijn onderdrukt en aantallen tussen 5 en 10 zijn afgerond naar 10. Percentages zijn afgerond op één decimaal.

Vervolgstappen

Dit innovatieve onderzoek geeft een eerste inzicht in verhuisketens in Nederland en biedt veel mogelijkheden voor vervolgonderzoek. Dit dashboard focust op de woningkenmerken type eigendom en type woningen. Het is mogelijk om andere woningkenmerken toe te voegen zoals WOZ – waarde in klassen of huishoudkenmerken. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de WoonBase 2021 waarbij we kijken naar twee peilmomenten. Tussentijdse verhuizingen worden buiten beschouwing gelaten. Vooral bij emigratie en sterfte zien we nog onbewoonde woningen aan het eind van het jaar. Door deze populatie te koppelen aan een nieuw jaar kan de gehele verhuisketen beter in beeld gebracht worden. Dit dashboard kijkt alleen naar verhuisketens in 2021.

Download

Via onderstaande knop kan de volledige dataset, die in het dashboard zijn gebruikt, in hun geheel gedownload worden (in .csv format).