Wat is een clusteranalyse?

Doel

In een gemeente wonen inwoners met veel verschillende kenmerken. Het in beeld brengen van alle afzonderlijke inwoners in een gemeente is onbegonnen werk. Als je daarentegen alleen naar het gemiddelde van alle inwoners kijkt, verlies je alle informatie over verschillen.

Een mooie tussenweg is om de inwoners in te delen in groepen met mensen die onderling veel op elkaar lijken, maar waarbij tussen de groepen wel duidelijke verschillen zijn. Deze groepen kun je in kaart brengen door middel van een clusteranalyse.

Scroll naar beneden voor meer informatie over de clusteranalyse.

Clusteranalyse

Het doel van een clusteranalyse is het identificeren van groepen waarbij er zoveel mogelijk gelijkenis binnen een groep is (homogeniteit) en zoveel mogelijk verschil tussen groepen (heterogeniteit). Deze groepen noemen we ook wel clusters. Vooraf is het aantal groepen en het type groepen niet bekend. De analyse adviseert de meest optimale indeling.

Een clusteranalyse wordt vaak in een aantal fasen uitgevoerd, waarbij onderzoekers en de gemeente samen de tussenresultaten analyseren om zo tot een relevante indeling van de inwoners te komen.

Voordat een clusteranalyse uitgevoerd kan worden, verzamelen we eerst informatie over de kenmerken van de inwoners in de gemeente. Hieronder omschrijven we welke stappen we doorlopen in een clusteranalyse-onderzoek.

Stap 1: kies de kenmerken

Op welke aspecten ga je de mensen vergelijken? Het is belangrijk dat de informatie over iedereen bekend is en dat de kenmerken relevant zijn voor een gemeente.

Het CBS heeft verschillende databronnen met kenmerken van alle inwoners tot zijn beschikking. Voorbeelden zijn de leeftijd, het geslacht, in wat voor woning men woont, of men samenwoont met anderen, hoeveel kinderen men heeft, of men hoog of laag opgeleid is, of men werkt, en zo ja in welke sector, en of men een auto heeft.

Vervolgens wordt in het onderzoek een selectie gemaakt van bepaalde kenmerken die relevant zijn voor de gemeente. Het aantal kenmerken en de inhoud van de kenmerken kan van invloed zijn op het aantal en het type clusters dat gekozen wordt. Het is daarom belangrijk om deze stap in samenwerking met de gemeente uit te voeren, zodat er maatschappelijk relevante groepen in kaart worden gebracht.

In het huidige onderzoek kijken we naar kenmerken over demografie, werk (sociaal-economisch) en wonen.

Stap 2: maak groepen

Met behulp van de kenmerken kan je elke inwoner uitdrukken als een rij getallen. Of als een stip in een raster. In het simpele voorbeeld kijken we naar twee kenmerken: leeftijd (van links naar rechts) en inkomen (van boven naar beneden). Linksonder zitten de arme jongeren, en rechtsboven de rijke ouderen.

Nu wordt er een willekeurige punt uitgekozen. Dat is de eerste groep. Dan volgen één voor één de andere punten. Zitten ze dichtbij een bestaande groep? Dan gaan ze daarbij. Zitten ze ver weg van bestaande groepen? Dan wordt het een nieuwe groep. Dit gaat net zolang door totdat elke stip een groep heeft.

In dit voorbeeld zijn er twee kenmerken, maar in ons onderzoek kijken we naar de combinatie van alle kenmerken die we in stap 1 hebben geselecteerd.

Stap 3: voeg groepen samen

Aan het einde van stap twee heb je een groot aantal verschillende groepen. Dat zijn er te veel. Die worden nu samengevoegd. Hiervoor berekent een algoritme hoezeer de verschillen binnen de groep groter worden als je twee groepen samenvoegt. In het voorbeeld zijn de groepen 'rijk en iets ouder' en 'arm en niet te oud' het meest verschillend. Die worden dus niet samengevoegd. De groepen 'rijk en iets ouder' en 'oud' lijken het meeste op elkaar. Deze gaan samen. Dit gaat net zolang door totdat er geen groepen meer zijn die erg op elkaar lijken en het aantal groepen niet te groot meer is.

De methode streeft naar zoveel mogelijk gelijkenis binnen de groepen, maar dit is meestal niet voor 100% haalbaar. Wanneer er een groot aantal verschillende kenmerken gebruikt wordt om de clusters te definiëren is het vrijwel onmogelijk dat alle personen in de clusters precies dezelfde kenmerken bezitten. Zo kan er in een cluster waarin de gemene deler onder andere het hebben van een koopwoning is, toch iemand met een huurwoning zitten. Dit komt dan doordat deze persoon op andere kenmerken toch veel gelijkenissen vertoont. Mensen zijn immers niet in te delen in 100% homogene groepen.

Meestal wordt er gekozen voor 7 á 10 clusters. Bij minder clusters zijn de groepen vaak niet onderscheidend genoeg (en krijg je bijvoorbeeld een grote groep van iedereen met een baan), en als je te veel clusters hebt, is het moeilijk om overzicht te houden. Het algoritme adviseert, maar de mens beslist.

Wat zegt het resultaat?

Het resultaat van de clusteranalyse geeft een beeld van de verschillende groepen inwoners die in een gemeente wonen. Waar er vaak gekeken wordt naar een tweedeling als het om inwoners gaat, heeft men nu een genuanceerder beeld. De middengroep, meestal de grootste groep, is ook van belang. Dat midden is juist interessant omdat er ook een (symbolische) scheidslijn zit tussen het midden en de achterblijvers. Het bepalen van die scheidslijn kan inzicht geven in wanneer mensen mogelijk in de problemen komen en hulp nodig hebben.

Ook kan men doelgerichter beleidsvraagstukken benaderen. Zo kun je bijvoorbeeld de uiteindelijke clusters gebruiken om een beter beeld te krijgen van mogelijke woningbehoefte van deze verschillende groepen.

Het dashboard

Dit dashboard is ingedeeld in verschillende tabbladen:
  • Het tabblad 'In het kort' laat zien hoeveel clusters er in een gemeente zijn, hoe groot de clusters zijn en wat de belangrijkste verschillen zijn tussen deze clusters.
  • Op het tabblad 'Kaart' staan verschillende kaarten, zodat je de verdeling van clusters per wijk en buurt kan bekijken.
  • Op de tabbladen 'Kenmerken' kun je de clusters op een groot aantal kenmerken met elkaar vergelijken. Deze kenmerken zijn ingedeeld in drie categorieën: demografie, sociaal-economisch en wonen.
  • Indien voor de gemeente clusteranalyses zijn uitgevoerd voor meerdere jaren, dan kun je op het tabblad 'Trend' meer te weten komen over verschuivingen van clusters in de tijd.
  • Bij 'Begrippen' vind je een beschrijving van alle gebruikte bronnen en begrippen.
  • Onder 'Download' kun je alle data die in dit dashboard verwerkt zijn downloaden.

Klik hier om terug naar boven te gaan.







Loading...
Loading...
Loading...


Bronnen

Algemene beschrijving
Het Algemeen Bedrijven Register (ABR) vormt voor het CBS de ruggengraat van het statistisch proces voor economische statistieken. Het ABR is een systeem waarin identificerende gegevens en structuurgegevens over alle bedrijven en instellingen (inclusief zelfstandigen) zijn geregistreerd. Hieruit worden de statistische eenheden bedrijfseenheid, ondernemingengroep en lokale bedrijfseenheid afgeleid. Het ABR bevat informatie over de economische activiteit en het aantal werkzame personen. Daarnaast bevat het ABR ook informatie over bepaalde 'events'. Een event geeft een gebeurtenis of wijziging weer binnen het ABR: bijvoorbeeld de oprichting, overname of opheffing van een bedrijf.

Leverancier
Kamer van Koophandel (KvK), Belastingdienst, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), De Nederlandsche Bank (DNB) en het CBS.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Gegevens worden doorlopend geactualiseerd.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De BAG bestaat uit twee samenhangende basisregistraties: de Basisregistratie Adressen en de Basisregistratie Gebouwen. De Basisregistratie Adressen bevat alle officiële, als zodanig toegekende, adressen op Nederlands grondgebied. Een adres is de door de bevoegde gemeente toegekende benaming, bestaande uit de naam van een openbare ruimte (straat), een nummeraanduiding (huisnummer en toevoegingen) en woonplaats. Adressen worden toegekend aan adresseerbare objecten uit de Basisregistratie Gebouwen. In de Basisregistratie Gebouwen zijn alle panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen geregistreerd. Deze 'objecttypen' zijn afgebakend en voorzien van een unieke aanduiding. Bepaalde gegevens behorende bij de objecttypen (zoals de oppervlakte en het bouwjaar) zijn ook in de registratie opgenomen. Aan ieder object is minimaal één adres gekoppeld. Daarnaast zijn nevenadressen mogelijk. Aan panden zonder verblijfsobject (zoals onzelfstandige bijgebouwen) wordt geen adres toegekend.

Leverancier
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de vulling van de BAG. Het Kadaster beheert de BAG en krijgt de gegevens aangeleverd door de gemeenten.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De BAG komt maandelijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Het CBS maakt vanaf 1 januari 2012 gebruik van de BAG.
Algemene beschrijving
De Basisregistratie Personen (BRP) is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De BRP bevat gegevens over ingezetenen en niet-ingezetenen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens over ingezetenen. Gegevens over niet-ingezetenen worden bijgehouden door het ministerie van BZK. Elke persoon die naar verwachting ten minste vier maanden rechtmatig in Nederland verblijft, moet ingeschreven worden als ingezetene. Wanneer iemand niet aan deze voorwaarden voldoet maar wel een relatie heeft met de Nederlandse overheid, wordt de persoon ingeschreven als niet-ingezetene. Te denken valt aan mensen die buiten Nederland wonen en hier werken, studeren, onroerend goed bezitten, vanuit Nederland een uitkering genieten, enzovoorts. Ook ingezetenen die naar verwachting ten minste acht maanden buiten Nederland verblijven, worden niet-ingezetene. In de BRP zijn van iedere ingeschrevene gegevens als burgerservicenummer (BSN), geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over de ouders, partners en kinderen. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. Voor meer informatie over de BRP wordt verwezen naar de website van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens http://www.rvig.nl/brp.

Leverancier
Gemeenten

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Gegevens worden doorlopend geactualiseerd.

Bijzonderheden
In dit onderzoek worden alleen de gegevens gebruikt van personen die als ingezetene in de BRP ingeschreven staan of ooit ingeschreven hebben gestaan.
Algemene beschrijving
Basisregistratie voertuigen bevat alle kentekenplichtige voertuigen zoals geregistreerd bij de RDW in Nederland. In de Basisregistratie Voertuigen (BRV) staan de gegevens van voertuigen, kentekenbewijzen en personen aan wie het kentekenbewijs is afgegeven. Uit de registratie verstrekt de RDW informatie aan overheden, inwoners en ondernemers.

Leverancier
RDW

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Eenmalig

Bijzonderheden
De RDW beheert het kentekenregister (KR) op grond van artikel 42 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW'94). De RDW als bestuursorgaan is bij de uitvoering van deze taak gehouden aan het betrachten van de uiterste zorgvuldigheid, gelet op het doel van het KR, zoals bepaald in artikel 42 lid 3 WVW'94 en op het belang van de in het register geregistreerde gegevens. Sinds 1 juli 2008 fungeert het kentekenregister als 'basisregistratie voertuigen'. Hiermee wordt de registratie van belangrijke gegevens over voertuigen en hun eigenaren/houders onderdeel van het stelsel van basisregistraties in Nederland.
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens over oninbaar geleden schulden bij de Belastingdienst.

Leverancier
Belastingdienst

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
In het kader van dit project aan het CBS aangeleverd door de Belastingdienst

Bijzonderheden
Het bestand met betrekking tot 1 januari 2015 en 1 januari 2016 is niet beschikbaar voor het CBS.
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens of een persoon een overige aanslag heeft openstaan bij de Belastingdienst.

Leverancier
Belastingdienst

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
In het kader van dit project aan het CBS aangeleverd door de Belastingdienst

Bijzonderheden
Het bestand met betrekking tot 1 januari 2017 bevat onregelmatigheden.
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens of een persoon een toeslagbedrag heeft openstaan bij de Belastingdienst. Het gaat hier om bedragen voor huur-, zorg en kinderopvangtoeslag en kindgebondenbudget.

Leverancier
Belastingdienst

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
In het kader van dit project aan het CBS aangeleverd door de Belastingdienst

Bijzonderheden
Het bestand met betrekking tot 1 januari 2017 bevat onregelmatigheden.
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens over openstaande betalingen voor Wet Mulder-boetes. Wet Mulder-boetes zijn boetes die zijn uitgeschreven voor (lichtere) verkeersovertredingen.

Leverancier
CJIB

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
In het kader van dit project aan het CBS aangeleverd door het CJIB

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens of een persoon een betalingsachterstand heeft bij DUO.

Leverancier
DUO

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
In het kader van dit project aan het CBS aangeleverd door de DUO

Bijzonderheden
Het bestand met betrekking tot 1 januari 2015 en 1 januari 2017 is niet beschikbaar voor het CBS.
Algemene beschrijving
Gegevens over personen die gebruik maken van zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) worden door het CAK geregistreerd voor het bepalen van de wettelijke eigen bijdrage voor deze zorg voor personen van 18 jaar en ouder.

Leverancier
Het CAK

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens worden jaarlijks aangeleverd.

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Gegevens over personen die gebruik maken van zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) worden door het CAK geregistreerd voor het bepalen van de wettelijke eigen bijdrage voor deze zorg voor personen van 18 jaar en ouder.

Leverancier
Het CAK

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens worden jaarlijks aangeleverd.

Bijzonderheden
Gemeenten hebben de vrijheid om Wmo-zorg als algemene- of als maatwerkvoorziening aan te bieden en daar al dan niet een eigen bijdrage voor te vragen. Het CAK registreert alleen maatwerkvoorzieningen waarvoor een eigen bijdrage gevraagd wordt. De keuze van gemeenten heeft daardoor effect op de door het CAK geregistreerde zorg en de cijfers die daarop gebaseerd zijn.
In 2019 is het abonnementstarief voor de eigen bijdrage voor Wmo-zorg ingevoerd.
Algemene beschrijving
Het Geografisch basisregister (GBR) bevat alle adressen van Nederland voorzien van de postcode, de gemeentecode, de wijk- en buurtcode en de coördinaten van het betrokken 500x500meter rastervierkant. Op basis van hiervan wordt de stedelijkheid van een gebied bepaald. Het is een maatstaf voor de concentratie van menselijke activiteiten (wonen, werken, schoolgaan, winkelen, uitgaan etc.) gebaseerd op de gemiddelde omgevingsadressendichtheid (OAD).

Leverancier
Post NL (voorheen TNT Post).

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Het register wordt jaarlijks gegenereerd.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
Het bestand bevat het jaarinkomen van alle huishoudens behorende tot de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar.

Leverancier
De belangrijkste berichtgever is de Belastingdienst.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks sinds 2011.

Bijzonderheden
Dit bestand in de huidige vorm wordt sinds 2017 gemaakt en is de vervanging voor de oude bron met het jaarinkomen van huishoudens.
Algemene beschrijving
Het bestand bevat het jaarinkomen van alle personen behorende tot de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar.

Leverancier
De belangrijkste berichtgever is de Belastingdienst.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks sinds 2011.

Bijzonderheden
Dit bestand in de huidige vorm wordt sinds 2017 gemaakt en is de vervanging voor de oude bron met het jaarinkomen van personen.
Algemene beschrijving
Het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd volgens de Jeugdwet (2014).

Leverancier
Jeugdzorgtrajecten worden bijeengebracht uit bestanden die door alle aanbieders van jeugdhulp en de gecertificeerde instellingen aan CBS worden geleverd. Gecertificeerde instellingen (GI) voeren jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering uit.

Integraal of steekproef
Integraal (per verslagperiode blijkt dat ruim 90 procent van de jeugdzorgaanbieders gegevens aanlevert, waaronder ook alle gecertificeerde instellingen. Er is niet gecorrigeerd voor zorg die ontbreekt doordat berichtgevers niet hebben gereageerd).

Periodiciteit
Half jaarlijks sinds 2015

Bijzonderheden
Voor meer informatie zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksbeschrijvingen/beleidsinformatie-jeugd
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat de bij zorgverzekeraars gedeclareerde (en goedgekeurde) zorgkosten, die vallen onder de basisverzekering van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De zorgkosten zijn inclusief de kosten die vanwege het verplicht of vrijwillig eigen risico uiteindelijk door de verzekerden zelf zijn betaald. Niet meegenomen zijn kosten die zijn vergoed door een aanvullende verzekering en eigen bijdragen. De doelpopulatie bestaat uit personen die in het betreffende jaar tenminste een dag in de GBA stonden, die verzekeringsplichtig waren en ook minimaal een dag verzekerd zijn geweest in het jaar.

Leverancier
Vektis

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks, sinds 2009.

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Het opleidingsniveaubestand vertegenwoordigt het hoogst behaalde en hoogst gevolgde opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking op peilmoment (1 oktober van jaar JJJJ). Het bestand is gebaseerd op gegevens uit diverse registers (o.a. onderwijsregistraties) en de Enquête BeroepsBevolking (EBB). Door het gebruik van meerdere (jaargangen van) bronnen heeft het opleidingsniveaubestand een zeer hoge dekkingsgraad (2015: bijna 11 miljoen personen) die bovendien jaarlijks toeneemt. Alhoewel de dekkingsgraad hoog is, vertegenwoordigt het bestand niet de gehele doelpopulatie. Onderwijsregistraties geven per schooljaar een integraal overzicht van de in dat jaar gevolgde en/of voltooide opleidingen. Het CBS beschikt sinds ruim tien jaar over deze bestanden. Dit betekent dat voor vrijwel alle jongeren het hoogst behaalde opleidingsniveau bekend is. Zo zijn er vanaf schooljaar 2004/2005 registraties van het MBO beschikbaar en al vanaf medio jaren '80 gegevens over het HBO en de universiteit. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van bestanden met opleidingsgeschiedenissen zoals opgegeven door werkzoekenden bij het UWV WERKbedrijf (personen die ingeschreven stonden in 2010 of later). Om het opleidingsniveau te bepalen van personen die vóór die tijd zijn afgestudeerd, wordt vooral gebruik gemaakt van de EBB, maar ook het bronbestand van het UWV WERKBedrijf wordt daarvoor benut. De EBB wordt verder ook gebruikt voor niet door overheid bekostigd onderwijs, zoals particulier onderwijs, onderwijs in het buitenland en lange bedrijfsopleidingen en cursussen. De EBB is een steekproefonderzoek onder personen die in Nederland wonen. In het opleidingsniveaubestand is gebruik gemaakt van EBB-informatie vanaf 2004.

Leverancier
Het CBS stelt het bestand samen op basis van registraties van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het UWV WERKbedrijf, en op basis van steekproeven onder personen (EBB) die afkomstig zijn van het CBS.

Integraal of steekproef
Deels steekproef. Registratiegegevens worden aangevuld met steekproefgegevens uit de EBB.

Periodiciteit
Per jaar is één opleidingsbestand beschikbaar, met daarin de meest actueel bekende opleidingsgegevens van de bevolking op 1 oktober.

Bijzonderheden
Om representatieve schattingen te verkrijgen van het opleidingsniveau voor de integrale bevolking of deelpopulaties daarvan, bevat het bestand een ophooggewicht. Zoals in ieder steekproefonderzoek hebben de opgehoogde aantallen een onnauwkeurigheidsmarge.
Algemene beschrijving
De Polisadministratie bevat gegevens over banen en is gebaseerd op data uit de loonaangiften van de Belastingdienst. De loonaangiften bevatten gegevens over inkomstenverhoudingen (uit de loonadministratie) van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. Het doel van de Polisadministratie is inzicht te krijgen in arbeidscontracten en loon van werknemers.

Leverancier
De Belastingdienst ontvangt de loonaangifte en UWV maakt daar de Polisadministratie van.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De Polisadministratie komt halfjaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
De registraties van uitkeringen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bestaan uit uitkeringen van personen. De SVB registreert uitkeringen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (ANW) en de kinderbijslag. 

Leverancier
SVB.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens komen jaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
De registraties van uitkeringen bij de gemeenten bestaan uit uitkeringen van personen. De gemeenten registreren bijstandsuitkeringen. Hieronder vallen uitkeringen in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). 

Leverancier
Gemeenten.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens komen halfjaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
De registraties van uitkeringen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) bestaan uit uitkeringen van personen. Het UWV registreert van de meeste uitkeringen zowel het recht als de betaling. In de registraties komen ook Nederlandse uitkeringen voor aan mensen die niet in Nederland wonen. Het UWV registreert werkloosheidsuitkeringen (WW), uitkeringen in het kader van de Ziektewet (ZW) en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (AO). Onder de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vallen uitkeringen op grond van de volgende wetten: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). 

Leverancier
UWV.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens komen maandelijks beschikbaar.

Bijzonderheden
[De beschrijving moet worden aangepast obv de uitkeringen die gebruikt worden]
Algemene beschrijving
De registratie van zelfstandigen bevat gegevens over personen die in een verslagjaar inkomen in de vorm van 'belastbare winst uit onderneming' hebben gehad. De aangifte- en inkomensgegevens worden afgeleid uit de winstaangiften Inkomstenbelasting (IB) en voorlopige IB-aanslagen. Daarnaast wordt er via het Algemeen Bedrijven Register (ABR) gekeken of er een relatie is tussen een persoon en een onderneming. Dit kan een arbeidsrelatie zijn, maar ook een relatie in de vorm van recht op een winstaandeel (bijvoorbeeld bij het beschikbaar stellen van vermogen).

Leverancier
Belastingdienst en overige berichtgevers van het ABR: Kamer van Koophandel (KvK), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), De Nederlandsche Bank (DNB) en verschillende CBS-onderzoeken.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens worden jaarlijks aangeleverd.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
Het doel van de registratie Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) is het geven van een statistische beschrijving van de bij de arrondissementsrechtbanken verleende en beindigde wettelijke schuldsaneringen. De doelpopulatie bestaat uit alle uitgesproken schuldsaneringen van natuurlijke personen.

Leverancier
Raad voor de Rechtspraak

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Het SSB is een stelsel van registers en enquêtes, die op persoonsniveau aan elkaar zijn gekoppeld. Per jaargang worden meer dan 50 verschillende registers gebruikt. Deze registers hebben betrekking op verschillende sociaaleconomische onderwerpen, zoals banen, uitkeringen, woningen en onderwijs. De doelpopulatie van het SSB bestaat uit alle personen die in Nederland wonen, en personen die niet in Nederland wonen maar in Nederland werken of een uitkering dan wel pensioen vanuit Nederland ontvangen. Er staan in het SSB gegevens over banen, uitkeringen, personen, huishoudens en bedrijven.

Leverancier
CBS op basis van verschillende registers en enquêtes

Integraal of steekproef
Integraal en steekproef.

Periodiciteit
Varieert.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
Dit bestand bevat gegevens over de vermogens op 1 januari van het onderzoeksjaar van huishoudens die behoren tot de bevolking van Nederland aan het einde van het jaar voorafgaande aan het onderzoeksjaar.

Leverancier
De belangrijkste berichtgever is de Belastingdienst.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
Het bestand bevat informatie over het type woning en niet-woning, eigendom en WOZ-waarde op 1 januari. Hierbij is de WOZ-registratie gekoppeld aan de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). De WOZ-gegevens zijn afkomstig van de Belastingdienst.

Leverancier
Gemeenten zijn bronhouder van de Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ).

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De gegevens komen jaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Algemene beschrijving
De registratie <91>wanbetalers zorgverzekeringswet<92> bevat informatie over het aantal wanbetalers in het kader van de Zorgverzekeringswet onder de personen van 18 jaar of ouder die ingeschreven staan in de BRP. De doelpopulatie bestaat uit alle personen die ingeschreven staan in de BRP, verzekeringsplichtig zijn in het kader van de Zorgverzekeringswet, ten minste zes maanden geen premie voor hun basisverzekering hebben betaald, aangemeld zijn bij het Zorginstituut Nederland, in het bestuursrechtelijke premieregime zitten (d.w.z. een verhoogde premie betalen aan het Zorginstituut Nederland) en 18 jaar of ouder zijn.

Leverancier
Voor de cijfers over de jaren 2006 tot en met 2009 ontving het CBS de gegevens van de zorgverzekeraars. Vanaf 2010 ontvangt het CBS deze informatie van het Zorg instituut Nederland.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Jaarlijks

Bijzonderheden
-

Begrippen

Persoon die alléén zichzelf particulier, dus niet-bedrijfsmatig, voorziet van huisvesting en in dagelijkse levensbehoeften.
Een alleenstaande vormt een eenpersoonshuishouden.
Tot eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten. Dit zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid, zoals WIA, WAO, WAZ, Wajong en Wet Wajong.
Indeling van banen op basis van de afspraken die in de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt over het al dan niet flexibel zijn van de arbeidstijd.

Er zijn twee hoofdgroepen te onderscheiden namelijk vast contract en flex- en/of tijdelijk contract.
  • Tot de hoofdgroep vast contract behoren de banen waarbij de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd n een vast aantal uren per week is.
  • Tot de hoofdgroep flex- en/of tijdelijk contract behoren de banen waarbij de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd f een flexibel aantal uren per week is.


Bij de mensen van Eindhoven en Heerlen is de nieuwe definitie van arbeidsrelatie gebruikt. Bij de mensen van Leiden, Groningen en het Stedelijk Gebied Eindhoven is de oude definitie van arbeidsrelatie gebruikt.
Indeling van banen op basis van de afspraken die in de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt over het al dan niet flexibel zijn van de arbeidstijd.

Er zijn twee hoofdgroepen te onderscheiden namelijk reguliere banen en flexibele banen.
  • Tot de hoofdgroep reguliere banen behoren de banen waarbij in de arbeidsovereenkomst een vaste arbeidsduur is opgenomen.
  • Tot de hoofdgroep flexibele banen behoren de banen van oproep- en uitzendkrachten en andere werknemers met wie geen vaste arbeidsduur is overeengekomen.


Bij de mensen van Eindhoven en Heerlen is de nieuwe definitie van arbeidsrelatie gebruikt. Bij de mensen van Leiden, Groningen en het Stedelijk Gebied Eindhoven is de oude definitie van arbeidsrelatie gebruikt.
Het basisonderwijs is per 1 augustus 1985 ingevoerd door het samenvoegen van het kleuteronderwijs en het gewoon lager onderwijs volgens de Wet op het Basisonderwijs (WBO).

Op 1 augustus 1998 werd deze wet vervangen door de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). De WPO regelt zowel het basisonderwijs zoals opgenomen in de WBO als het speciaal basisonderwijs, dat bestaat uit het voormalige so-lom (speciaal onderwijs (basis) voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden) en so-mlk (speciaal onderwijs (basis) voor moeilijk lerende kinderen). Het basisonderwijs is bedoeld voor kinderen vanaf 4 jaar.
Indeling in bedrijfstakken op basis van de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Dit is de Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.
'Bedrijfstak' of 'branche' zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen.
Uitkering die wordt verstrekt op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz). De Wwb is per 1 januari 2015 gewijzigd en heet sindsdien Participatiewet.
De aanduiding van het jaar waarin een verblijfsobject oorspronkelijk als bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Indien in latere jaren wijzigingen aan een woning worden aangebracht, leidt dit niet tot wijziging van het bouwjaar.
Onderdeel van een gemeente, dat op basis van historische dan wel stedenbouwkundige kenmerken homogeen is afgebakend.
Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.

De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.
Groep personen of objecten met min of meer dezelfde kenmerken.
Kijk voor meer informatie op de pagina 'Methode'.
Het eigendom van de woning waar de persoon staat ingeschreven is ingedeeld in drie categorien:
  • Koopwoning;
  • Woningcorporatie;
  • Overige verhuurders.
Het land waar een persoon geboren is.
Personen die zijn geboren in Leiden of Leiderdorp.
De gemeente waar de persoon staat ingeschreven.
Indicator die aangeeft of een persoon op peilmoment geregistreerde problematische schulden heeft volgens de smalle definitie.

Definitie
De persoon voldoet aan ten minste n van de volgende criteria op het peilmoment:
- Volgt een WSNP-traject.
- Heeft ten minste zes maanden de zorgpremie niet betaald.
- Een betalingsachterstand van een Wet Mulder-boete bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft waarvan de tweede aanmaning ten minste twee maanden openstaat, of zich al in een ernstigere wanbetalersfase bevindt. Daarnaast moet het openstaande bedrag in totaal minimaal 50 euro zijn.
- Heeft langer dan 27 maanden een toeslagschuld van totaal minimaal 50 euro openstaan bij de Belastingdienst.
- Heeft langer dan 15 maanden een schuld van totaal minimaal 50 euro voor overige belastingaanslagen openstaan bij de Belastingdienst.
- Heeft een belastingschuld die in de 12 maanden voor het peilmoment oninbaar is geleden.
- Heeft een betalingsachterstand bij de DUO van 3 maanden of langer en van minimaal 270 euro.

Toelichting bij de definitie
Er wordt gesproken van smalle definitie omdat in tegenstelling tot de volledige definitie van geregistreerde problematische schulden de volgende voorwaarden niet zijn meegenomen:
- Volgt een bij BKR geregistreerd minnelijk traject.
- Heeft een bij BKR geregistreerde betalingsachterstand.
- Is in het Centraal Curatele en Bewindregister (CCBR) opgenomen op grond van verkwisting en/of problematische schulden.
Variabele waarmee onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen. Bij een geslachtswijziging wordt het laatstbekende geslacht gehanteerd.
Zie 'inwonersprofiel'.
Kenmerk dat weergeeft in welk land iemand geboren is of waar diens ouders geboren zijn.De herkomst van personen die in het buitenland zijn geboren wordt bepaald door hun eigen geboorteland. Bij personen die in Nederland geboren zijn, wordt de herkomst bepaald door het geboorteland van de ouders. Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend in het bepalen van de herkomst. De geboortegegevens van de moeder zijn vaker bekend dan die van de vader. Wanneer de moeder in Nederland is geboren of het geboorteland van de moeder onbekend is, dan wordt het geboorteland van de vader gebruikt.

Bij de mensen van Eindhoven en Heerlen is de nieuwe definitie van herkomstland gebruikt. Bij de mensen van Leiden, Groningen en het Stedelijk Gebied Eindhoven is de oude definitie van herkomstland gebruikt.
Kenmerk dat weergeeft met welk land een persoon verbonden is op basis van het geboorteland van de ouders of van zichzelf. Voor een persoon behorend tot de eerste generatie bepaalt het land waar hij of zij is geboren de achtergrond. Voor een persoon behorend tot de tweede generatie is het geboorteland van de moeder bepalend, tenzij dat ook Nederland is. In dat geval bepaalt het geboorteland van de vader de achtergrond.

Bij de mensen van Eindhoven en Heerlen is de nieuwe definitie van herkomstland gebruikt. Bij de mensen van Leiden, Groningen en het Stedelijk Gebied Eindhoven is de oude definitie van herkomstland gebruikt.
Het havo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs die vooral bedoeld is als voorbereiding op het hoger beroepsonderwijs. Het havo heeft vijf leerjaren. In de bovenbouw (leerjaren 4 en 5) kan gekozen worden uit vier profielen.

Vanaf het schooljaar 1998/'99 zijn er in de hogere leerjaren van het havo een aantal zaken veranderd. Een belangrijk onderdeel van de wijzigingen is de invoering van de zogenaamde profielen, waardoor de vrije keuze van examenvakken grotendeels kwam te vervallen. Vanaf 1998/'99 kunnen havisten kiezen uit onderstaande profielen, dat wil zeggen onderwijsprogramma’s die een relatief vaststaand vakkenpakket voor het eindexamen hebben:
  • natuur en techniek;
  • natuur en gezondheid;
  • economie en maatschappij;
  • cultuur en maatschappij.
Leerlingen kunnen ook twee profielen combineren, bijvoorbeeld 'natuur en techniek' en 'natuur en gezondheid' of 'economie en maatschappij' en 'cultuur en maatschappij'.
Onderwijs verzorgd door hogescholen en particuliere instellingen dat wordt afgesloten met een associate degree, bachelor- of masterdiploma van een in Nederland erkende opleiding.

Hbo-bacheloropleidingen duren meestal vier jaar, waarvan een jaar propedeuse en drie jaar vervolgstudie. Ze leiden vooral op tot hogere, management- of specialistische functies. Naast overdracht van vaktheoretische kennis zijn hbo-opleidingen primair gericht op de ontwikkeling van vaardigheden die aansluiten bij de beroepspraktijk. Om goed op een werkomgeving voorbereid te zijn, lopen de studenten tijdens hun opleiding meestal één of twee maal stage.

Om de instroom van mbo’ers en werkenden in het hoger beroepsonderwijs te stimuleren zijn er in het studiejaar 2006/'07 pilots gestart met associate-degreeprogramma’s. Dat zijn tweejarige programma’s binnen hbo-bacheloropleidingen die worden afgesloten met een wettelijke graad.

Voor het volgen van een bacheloropleiding of een associate-degreeprogramma aan een hogeschool moet men in principe minimaal een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma op niveau 4 hebben. In sommige gevallen gelden er nog aanvullende eisen.

Hbo-masteropleidingen duren 1 à 2 jaar. Zij bieden een verdere specialisatie of verbreding van voorafgaande hbo-bacheloropleidingen, maar zijn veelal ook toegankelijk voor afgestudeerden met een universitaire opleiding.

Voor een erkende bachelor- en associate-degree-opleiding komt een student in aanmerking voor studiefinanciering. Voor een masteropleiding in het hbo is dit niet het geval.

Alle in Nederland erkende hbo-opleidingen zijn opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO).
De baan van een persoon waaraan deze de meeste tijd besteedt.
Het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen. Het huishoudinkomen is gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
Aantal personen dat deel uitmaakt van het particulier huishouden.
Hypotheekschuld in verband met de eigen woning van een huishouden.
Synoniem voor 'cluster'.
Conform artikel 1.1 van de Jeugdwet is jeugdhulp:

1. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jongeren en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders;
2. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jongeren met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt;
3. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jongeren met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht.

In de Jeugdwet zijn randvoorwaarden en kwaliteitseisen opgenomen waaraan de jeugdhulp en/of jeugdhulpaanbieders moeten voldoen, zoals dossiervorming, een plan (hulpverleningsplan, behandelplan) en bewaking en beheersing van de kwaliteit. Voor de jeugdhulp waarover aan het CBS gerapporteerd moet worden, gelden al deze randvoorwaarden en eisen. Als een jeugdhulpaanbieder een jeugdige (anonieme) adviezen of consulten biedt, ook al is dat voorafgaand aan de start van jeugdhulp, dan geldt dit niet als jeugdhulp waarover gegevens verstrekt moeten worden aan het CBS. Dit geldt tevens voor het verstrekken van folders en overige vormen van informatie.
Het aantal gehele jaren dat is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon. Er worden twee standaardomschrijvingen onderscheiden, nl. de leeftijd op 31 december en de exacte leeftijd.
Hiertoe behoren de beroepsopleidingen volgens de kwalificatiestructuur van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, die door ROC's, AOC's en vakscholen worden aangeboden. Tevens behoren hiertoe de vergelijkbare oudere opleidingen.

Het mbo is in zijn huidige vorm in de plaats gekomen van de vroegere korte en lange mbo-opleidingen (nu beroepsopleidende leerweg of bol) en het vroegere leerlingwezen (nu beroepsbegeleidende leerweg of bbl). Deze opleidingen zijn op 1 augustus 1997 gestart na het van kracht worden van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Het nieuwe mbo leidt op tot kwalificaties op vier niveaus.
Mbo niveau 1 (assistent) lijkt qua inhoud op de meest eenvoudige opleidingen van het vroegere leerlingwezen. Voor de assistentopleiding gelden geen toelatingseisen. Ze kan worden gevolgd door leerlingen van het vmbo die niet in staat zijn de normale basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo te volgen.
Mbo niveaus 2-4 (basisberoepsbeoefenaar, zelfstandig beroepsbeoefenaar, middenkaderfunctionaris/specialist) komen overeen met de hoger gekwalificeerde opleidingen van het vroegere leerlingwezen en de vroegere korte en lange mbo-opleidingen.
Mbo-opleidingen kunnen op alle niveaus worden gevolgd via de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl).

Vanaf het schooljaar 2008/'09 kunnen vmbo-leerlingen in het kader van de experimentele 'Leergang vmbo-mbo2' in één leergang op dezelfde locatie de 2 hoogste leerjaren van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo combineren met 2 jaren voltijd mbo op niveau 2. Op deze manier wordt bevorderd dat meer leerlingen het onderwijs met een startkwalificatie op mbo 2 niveau verlaten.
Personen hebben een migratieachtergrond als ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). Ook wordt onderscheid gemaakt tussen personen met een westerse migratieachtergrond en personen met een niet-westerse migratieachtergrond.
Personen met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Niveau van de huidige opleiding in het bekostigd onderwijs.
Niveau van de hoogst behaalde opleiding.
De gebruiksoppervlakte is vastgelegd conform de binnenruimte in NEN 2580. Deze oppervlakte bestaat uit de optelling van de gebruikersoppervlakte wonen en de gebruikersoppervlakte overige inpandige ruimtes. De gemeenschappelijke ruimten en algemene ruimten maken geen onderdeel uit van de oppervlakte. Dit geldt ook voor externe bergruimte en gebouwgebonden buitenruimte. De gebruiksoppervlakte wordt geregistreerd in hele vierkante meters.
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Periodieke uitkering die mensen ontvangen na ontslag uit een baan of betrekking wegens het bereiken van een vooraf vastgestelde leeftijd of wegens overlijden van de partner.
Voorbeelden van pensioen zijn ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en invaliditeitspensioen.
Dit omvat het totaal van inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (m.u.v. kinderbijslag en kindgebonden budget). Premies inkomensverzekeringen (m.u.v. premies voor volksverzekeringen) zijn hierop in mindering gebracht.
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden.
De referentiepersoon wordt niet als aparte positie onderscheiden maar neemt een van de andere posities in, behalve die van thuiswonend kind of lid van een institutioneel huishouden.

De volgende indeling is gebruikt:
  • Alleenstaand
  • Partner
  • Kind
  • Overig
Samenstelling van huishouden waarin de persoon zich bevindt.

De volgende indeling is gebruikt:
  • Huishouden zonder kinderen
  • Huishouden met alleen minderjarig(e) kind(eren)
  • Huishouden met alleen meerderjarig(e) kind(eren)
  • Huishouden met minder- en meerderjarige kinderen
Situatie van twee personen die als paar, al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormen.
Verzameling van werkzaamheden, gericht op productie van goederen en diensten. Het gaat hierbij niet alleen om activiteiten van het bedrijfsleven, maar ook om activiteiten van niet op winst gerichte instellingen en de overheid. De indeling naar sector is gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI).
Indeling van personen naar het sociaaleconomische categorie (SEC) in een gegeven maand. De SEC wordt bepaald aan de hand van afzonderlijke inkomensbronnen. Ook wordt rekening gehouden met of de persoon als scholier of student stond ingeschreven.

Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de categorieën:
  • Werknemer
  • Directeur-grootaandeelhouder
  • Zelfstandig ondernemer
  • Overige zelfstandige
  • Meewerkend gezindslid
  • Ontvanger werkloosheidsuitkering
  • Ontvanger bijstandsuitkering
  • Ontvanger uitkering sociale voorziening overig
  • Ontvanger uitkering ziekte/arbeidsongeschiktheid (AO)
  • Ontvanger pensioenuitkering
  • Schoolgaand/studerend met inkomen
  • Schoolgaand/studerend geen inkomen
  • Overig zonder inkomen
Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die vanaf 2008 door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De economische activiteit is de verzameling van werkzaamheden, gericht op de productie van goederen en diensten. Het gaat hierbij niet alleen om activiteiten van het bedrijfsleven, maar ook om activiteiten van niet op winst gerichte instellingen en de overheid.
De door het CBS vanaf 2006 gehanteerde indeling van opleidingen naar niveau en naar richting, ontwikkeld voor gebruik bij statistiek en onderzoek en voor administratieve doeleinden in Nederland.

De SOI-code bestaat uit zes cijfers die zo gedetailleerd mogelijk niveau en richting van een opleiding coderen. De eerste twee cijfers geven het niveau (1-7) respectievelijk het subniveau (0-3) van een opleiding aan. Uit de volgende vier cijfers kan de richting van een opleiding worden afgeleid: sector, subsector, rubrieksgroep en rubriek. Omdat er voortdurend opleidingen bijkomen, wordt deze indeling jaarlijks geactualiseerd. Op het laagste aggregatieniveau, de rubriek sluit de indeling geheel aan bij de indeling naar fields of education and training (ontwikkeld door Eurostat) van de ISCED 1997. Dit is de internationale onderwijsindeling van UNESCO.
Iedereen die in Nederland geregistreerd staat als scholier of student. Jongeren van 4 tot en met 16 jaar zijn per definitie ingedeeld in de categorie scholier.
Onderwijsvormen die worden aangeboden aan diegenen die het volgen van onderwijs niet (meer) als voornaamste bezigheid hebben.
Voortzetting m.i.v. augustus 1999 van het mavo en vbo. Het bereidt voor op het middelbaar beroepsonderwijs, heeft een duur van vier jaar en kent vier onderwijsprogramma’s, leerwegen genoemd, die een voorgeschreven aantal vakken en relatief vaststaand eindexamenpakket hebben: de theoretische leerweg, de gemengde leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de basisberoepsgerichte leerweg.

De theoretische leerweg is te beschouwen als de opvolger van de mavo en geeft toegang tot de middenkaderopleiding, niveau 4 van de kwalificatiestructuur van het mbo. Het is na diplomering tevens mogelijk door te stromen naar het vierde leerjaar havo.
De gemengde leerweg is te beschouwen als een tussenvorm van de theoretische leerweg en de beroepsgerichte leerwegen, heeft hetzelfde niveau als de theoretische leerweg, maar heeft ook een beroepsgericht vak. De gemengde leerweg geeft toegang tot de middenkaderopleiding, niveau 4 van de kwalificatiestructuur van het mbo.
De kaderberoepsgerichte leerweg is te beschouwen als de opvolger van de hoogste niveaus van het vbo en is de minimale vooropleiding voor de vakopleiding en de middenkaderopleiding, resp. op niveau 3 en 4 van de kwalificatiestructuur van het mbo.
De basisberoepsgerichte leerweg is te beschouwen als de opvolger van de laagste niveaus van het vbo en is bedoeld als vooropleiding voor de basisberoepsopleiding, niveau 2 van de kwalificatiestructuur van het mbo.
Voor bepaalde probleemcategorieën vmbo-leerlingen is het leerwegondersteunend onderwijs ingesteld, waarin dezelfde leerwegen kunnen worden gevolgd en dezelfde diploma's kunnen worden gehaald als in het normale vmbo-onderwijs.
Het vwo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, die vooral bedoeld is als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. Het vwo heeft zes leerjaren. In de bovenbouw (leerjaren 4, 5 en 6) kan gekozen worden uit vier profielen.

Toelichting
Vanaf het schooljaar 1998/'99 zijn er in de hogere leerjaren van het vwo een aantal zaken veranderd. Een belangrijk onderdeel van de wijzigingen is de invoering van de zogenaamde profielen, waardoor de vrije keuze van examenvakken grotendeels kwam te vervallen.
Vanaf 1998/'99 kunnen vwo-leerlingen kiezen uit onderstaande profielen, dat wil zeggen onderwijsprogramma’s die een relatief vaststaand vakkenpakket voor het eindexamen hebben:
  • natuur en techniek;
  • natuur en gezondheid;
  • economie en maatschappij;
  • cultuur en maatschappij.
Leerlingen kunnen ook twee profielen combineren, bijvoorbeeld 'natuur en techniek' en 'natuur en gezondheid' of 'economie en maatschappij' en 'cultuur en maatschappij'

Het vwo kent twee onderwijssoorten: het atheneum en het gymnasium. Zij hebben bij de profielen een verschillend vakkenpakket. Dit verschil heeft betrekking op de klassieke talen (Grieks en Latijn). Op een lyceum kunnen leerlingen het atheneum of het gymnasium volgen.
Persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
Personen met als herkomstgroepering een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, of Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen uit Indonesië en Japan tot de westerse achtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Onderwijs verzorgd door universiteiten en aanverwante instellingen (KIM, KMA, particuliere instellingen die masteropleidingen verzorgen) dat beoogt studenten toe te leiden naar een bachelor-, master- (of in het verleden doctoraal) of doctordiploma en universitair tweedefase beroepsonderwijs
De langdurige zorg op basis van de Wlz is voor mensen die blijvend 24-uurs zorg in de nabijheid en/of permanent toezicht nodig hebben. Deze zorg wordt ruwweg op twee manieren geleverd.
1. Zorg met verblijf in een instelling - verpleeg- of verzorgingshuis - gehandicaptenzorginstelling - instelling voor geestelijke gezondheidszorg
2. Zorg thuis (als persoonsgebonden budget, modulair of volledig pakket thuis) De gegevens over mensen die Wlz-zorg ontvangen zijn afkomstig van het CAK. Deze gegevens worden geregistreerd voor het bepalen van de wettelijke eigen bijdrage voor Wlz-zorg voor personen van 18 jaar of ouder.
Wettelijke verplichting voor gemeenten om ondersteuning te bieden aan mensen met een beperking. De Wmo is op 1 januari 2007 ingevoerd als een samenvoeging van de Wet voorzieningen Gehandicapten, de Welzijnswet en het onderdeel huishoudelijk verzorging uit de AWBZ.
Onderdeel van een gemeente en cluster van één of meerder buurten, dat op basis van historische dan wel stedenbouwkundige kenmerken homogeen is afgebakend.
Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.
Verblijfsobject met minimaal een woonfunctie en eventueel n of meer andere gebruiksfuncties.
Door een gemeente periodiek getaxeerde waarde van een onroerende zaak in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ).
Een uitkering krachtens één of meer van de volgende regelingen:
  • de Werkloosheidswet (WW)
  • de Wet werkloosheidsvoorziening (WWV)
  • de Rijksgroepregeling werkloze werknemers (Rww)
  • de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
  • de wachtgeldregelingen bij de overheid (WRO).
De WW-uitkering biedt werkloze werknemers, met voldoende arbeidsverleden en die beschikbaar zijn voor arbeid, financiële steun. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.
Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk.
Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico - in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer), of - als directeur-grootaandeelhouder (dga), of - als overige zelfstandige (bijvoorbeeld in een zelfstandig uitgeoefend beroep), én - die daarbij geen personeel in dienst heeft.
Kosten per jaar voor zorg die verzekerd is via de basisverzekering, van personen die verzekerd zijn via de basisverzekering. De basisverzekering is wettelijk verplicht via de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor vrijwel alle Nederlandse ingezetenen. De kosten zijn die kosten die daadwerkelijk vergoed zijn door de zorgverzekeraars.

Afkortingen

ABR - Algemeen Bedrijven Register

BRP - Basisregistratie Personen

CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek

CvB - Centrum voor Beleidsstatistiek

DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs

GBR - Geografisch basisregister

havo - hoger algemeen voortgezet onderwijs

hbo - hoger beroepsonderwijs

mbo - middelbaar beroepsonderwijs

SSB - Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden

SVB - Sociale Verzekeringsbank

UDC - Urban Data Center

UWV - Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

vavo - voortgezet algemeen volwassenenonderwijs

vmbo - voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

vwo - voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

wo - wetenschappelijk onderwijs

Wlz - Wet langdurige zorg

Wmo - Wet maatschappelijke ondersteuning

WOZ - Waardering onroerende zaken

Via onderstaande knoppen kunnen alle datasets, die in het dashboard zijn gebruikt, gedownload worden (in .csv format). Deze bestanden kunnen onder andere geopend worden in Excel.