Regiomonitor regio Groningen-Assen

In de Regiomonitor Regio Groningen-Assen (RGA) wordt inzicht gegeven in de regionale ontwikkelingen op het gebied van wonen, economie en mobiliteit. Het gebied rondom de steden Groningen en Assen waarbinnen de belangrijkste dagelijkse verplaatsingen zich afspelen wordt ook wel het daily urban system genoemd. Om een fenomeen als het daily urban system van een regio te beschrijven kan niet worden volstaan met één indicator. Voor deze monitor wordt dan ook gebruik gemaakt van een brede set aan indicatoren. Het dashboard wordt twee keer per jaar vernieuwd. Een overzicht van alle recente wijzigingen is te vinden onder de technische toelichting.

Dit dashboard is ontwikkeld op verzoek van de RGA. De RGA is een vrijwillig samenwerkingsverband van de provincies Drenthe en Groningen en de gemeenten Assen, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Noordenveld, Tynaarlo en Westerkwartier. In de RGA werken deze overheden sinds 1996 samen aan de thema’s economie, mobiliteit, ruimtelijke kwaliteit en wonen.

Voor vragen of feedback over dit dashboard, kunt u contact met ons opnemen door te mailen naar: udc.info@cbs.nl onder vermelding van de Regiomonitor.

Overzicht indicatoren

Deze pagina geeft een overzicht van de indicatoren per subthema. Klik op een thema om de subthema's binnen het betreffende thema te zien. Klik vervolgens op een subthema om in een tabel alle indicatoren binnen dat subthema te zien. De tabel kan worden gedownload met de download knop.

Daily urban system regio Groningen-Assen

Wonen en demografie

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Mobiliteit

Economie

Vergelijk regio's met elkaar

Regio's in meer detail

Bronnen

Algemene beschrijving
De arbeidsrekeningen worden opgesteld volgens de richtlijnen van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR2010). De belangrijkste variabelen die in de arbeidsrekeningen worden samengesteld zijn banen, werkzame personen, gewerkte uren, lonen en loonkosten. Er worden uitsplitsingen gemaakt naar onder meer economische activiteit, werknemer/zelfstandige, geslacht, en voor de werknemers naar dienstverband (voltijd/deeltijd). Behalve de oorspronkelijke jaar- en kwartaalgemiddelden worden voor een aantal gegevens ook seizoengecorrigeerde cijfers samengesteld. Bij de arbeidsrekeningen worden verschillende bronnen gebruikt: Zie hiervoor: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksbeschrijvingen/arbeidsrekeningen

Leverancier
CBS

Integraal of steekproef
-

Periodiciteit
Jaarlijks

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De BAG bestaat uit twee samenhangende basisregistraties: de Basisregistratie Adressen en de Basisregistratie Gebouwen. De Basisregistratie Adressen bevat alle officiële, als zodanig toegekende, adressen op Nederlands grondgebied. Een adres is de door de bevoegde gemeente toegekende benaming, bestaande uit de naam van een openbare ruimte (straat), een nummeraanduiding (huisnummer en toevoegingen) en woonplaats. Adressen worden toegekend aan adresseerbare objecten uit de Basisregistratie Gebouwen. In de Basisregistratie Gebouwen zijn alle panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen geregistreerd. Deze 'objecttypen' zijn afgebakend en voorzien van een unieke aanduiding. Bepaalde gegevens behorende bij de objecttypen (zoals de oppervlakte en het bouwjaar) zijn ook in de registratie opgenomen. Aan ieder object is minimaal één adres gekoppeld. Daarnaast zijn nevenadressen mogelijk. Aan panden zonder verblijfsobject (zoals onzelfstandige bijgebouwen) wordt geen adres toegekend.

Leverancier
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de vulling van de BAG. Het Kadaster beheert de BAG en krijgt de gegevens aangeleverd door de gemeenten.

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
De BAG komt maandelijks beschikbaar.

Bijzonderheden
Het CBS maakt vanaf 1 januari 2012 gebruik van de BAG.
Algemene beschrijving
De Basisregistratie Personen (BRP) is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De BRP bevat gegevens over ingezetenen en niet-ingezetenen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens over ingezetenen. Gegevens over niet-ingezetenen worden bijgehouden door het ministerie van BZK. Elke persoon die naar verwachting ten minste vier maanden rechtmatig in Nederland verblijft, moet ingeschreven worden als ingezetene. Wanneer iemand niet aan deze voorwaarden voldoet maar wel een relatie heeft met de Nederlandse overheid, wordt de persoon ingeschreven als niet-ingezetene. Te denken valt aan mensen die buiten Nederland wonen en hier werken, studeren, onroerend goed bezitten, vanuit Nederland een uitkering genieten, enzovoorts. Ook ingezetenen die naar verwachting ten minste acht maanden buiten Nederland verblijven, worden niet-ingezetene. In de BRP zijn van iedere ingeschrevene gegevens als burgerservicenummer (BSN), geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over de ouders, partners en kinderen. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. Voor meer informatie over de BRP wordt verwezen naar de website van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens http://www.rvig.nl/brp.

Leverancier
Gemeenten

Integraal of steekproef
Integraal.

Periodiciteit
Doorlopend

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Maandelijkse prijsontwikkeling van de voorraad van bestaande koopwoningen. Ook worden het aantal transacties, de gemiddelde verkoopprijs en de totale waarde van de verkoopprijzen van de verkochte woningen gepubliceerd.

Leverancier
Kadaster

Integraal of steekproef
-

Periodiciteit
Maandelijks

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
De Enquête Beroepsbevolking (EBB) is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen, met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Het doel van deze enquête is zicht te krijgen op de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hiertoe wordt onder meer informatie verzameld over de huidige en toekomstige positie op de arbeidsmarkt van personen en worden demografische kenmerken van personen en huishoudens vastgelegd. Gegevens worden vastgesteld op het moment van enquêteren.

Leverancier
CBS. Per huishouden worden maximaal acht personen van 15 jaar en ouder geïnterviewd.

Integraal of steekproef
Steekproef. De EBB is een enquête en een roterend panelonderzoek. Dit laatste houdt in dat respondenten steeds vijfmaal achter elkaar (eens per kwartaal) worden benaderd voor de enquête. Per jaar worden er ruim 70 duizend adressen benaderd. Circa 40 duizend huishoudens responderen volledig voor vijf enquêtes, wat circa 84 duizend volledig responderende personen oplevert. Een jaarbestand omvat daarmee vijfmaal deze groep, wat uitkomt op een totale omvang van de EBB van circa 420 duizend personen.

Periodiciteit
De EBB wordt sinds 1987 uitgevoerd. Het bestand komt jaarlijks beschikbaar. Op basis van hiervan kunnen maand-, kwartaal- en jaargegevens worden vastgesteld.

Bijzonderheden
De EBB is gebaseerd op een steekproef. Om uitkomsten te berekenen die representatief zijn voor de doelpopulatie, moeten de resultaten worden opgehoogd. Hiervoor zijn in de EBB vaste ophooggewichten beschikbaar die ervoor zorgen dat de opgehoogde populatie van de steekproef overeenkomt met het gemiddelde aantal personen van 15 jaar en ouder in Nederland in een jaar exclusief de institutionele bevolking. Deze ophooggewichten corrigeren voor ongelijke trekkingskansen in de steekproef en voor een minder goede respons van bepaalde groepen. Zoals in ieder steekproefonderzoek hebben de opgehoogde aantallen een onnauwkeurigheidsmarge. Naarmate de aantallen kleiner zijn, gaan zij gepaard met hogere relatieve onnauwkeurigheidsmarges. Opgehoogde aantallen uit de EBB die kleiner zijn dan 1500, worden daarom niet gepubliceerd. Daarnaast worden subtotalen van 15 duizend of kleiner niet uitgesplitst. Het design van de EBB is in 2010 gewijzigd. De respondenten werden voorheen allemaal thuis bezocht door een interviewer van het CBS. Vanaf 2010 worden ze, indien het telefoonnummer (vaste lijn) bekend is, telefonisch benaderd. Als dat niet het geval is, worden ze thuis bezocht door een interviewer. Daarna worden ze nog viermaal telefonisch benaderd. Meer informatie via www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/dataverzameling/onderzoeksbeschrijving-ebb-art.htm
Algemene beschrijving
De nationale rekeningen vormen de officile overzichtsstatistiek van de nationale economie. Het nationaal inkomen, de economische groei, het overheidstekort en het beschikbaar inkomen van huishoudens zijn enkele belangrijke macro-economische indicatoren in deze publicatie. Verder geven de nationale rekeningen onder meer cijfers over consumptie, investeringen, in- en uitvoer en werkgelegenheid. De begrippen en classificaties van de nationale rekeningen zijn wereldwijd gestandaardiseerd en vastgelegd in internationale richtlijnen waardoor vergelijkingen tussen landen mogelijk zijn. Bij het samenstellen van de nationale rekeningen worden verschillende bronnen gebruikt. Zie hiervoor: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksbeschrijvingen/nationale-rekeningen

Leverancier
CBS

Integraal of steekproef
-

Periodiciteit
Jaarlijks

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) is een continu dagelijks onderzoek naar het mobiliteitsgedrag van inwoners van Nederland van 6 jaar of ouder, met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Aan de respondenten wordt gevraagd om voor één bepaalde dag van het jaar bij te houden waar ze die dag naartoe gaan, met welk doel, met welk vervoermiddel en hoe lang het duurt om er te komen. Op grond van dit onderzoek kan informatie worden verkregen over alle dagelijkse verplaatsingen door Nederlanders op Nederlands grondgebied.

Leverancier
CBS

Integraal of steekproef
Steekproef. Per jaar worden er ruim 200 duizend personen in particuliere huishoudens benaderd. Circa 45 duizend personen responderen volledig.

Periodiciteit
Sinds 1978 wordt door het CBS onderzoek gedaan naar mobiliteit van personen in Nederland. Tussen 1978 en 2004 gebeurde dit onder de naam Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG). In 2004 werd de uitvoering van het onderzoek overgenomen door Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart. De naam van het onderzoek veranderde toen in Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON). Met ingang van 2010 is de uitvoering van het mobiliteitsonderzoek weer terug bij het CBS. De naam van het onderzoek veranderde toen in Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN). Met ingang van 2018 is het personenmobiliteitsonderzoek op veel punten gewijzigd, zowel in de waarneming als inhoudelijk (doelpopulatie, vraagstelling, definities, etc.). Dit heeft ook tot een naamswijziging van het onderzoek geleid, namelijk Onderweg in Nederland (ODiN).

Bijzonderheden
Om uitkomsten te berekenen die representatief zijn voor de doelpopulatie moeten de resultaten worden opgehoogd. Hiervoor zijn in ODiN vaste ophooggewichten beschikbaar die ervoor zorgen dat de opgehoogde populatie van de steekproef overeenkomt met de Nederlandse bevolking van 6 jaar of ouder, exclusief bewoners van tehuizen en instellingen. Deze ophooggewichten corrigeren voor ongelijke trekkingskansen in de steekproef en voor een minder goede respons van bepaalde groepen. De cijfers zijn dus gebaseerd op steekproeven met een beperkte omvang. Bij het interpreteren van de cijfers dient met een onzekerheidsmarge rekening gehouden te worden.
Algemene beschrijving
De productiestatistieken (PS-en) geven een beeld van de werkgelegenheid in en het financile reilen en zeilen van een bedrijfstak. Van de volgende bedrijfstakken worden PS-en samengesteld: landbouw, winning van delfstoffen, industrie, productie en distributie van energie en water, bouwnijverheid, reparatie van consumentenartikelen, groothandel en detailhandel, horeca, vervoer, opslag en communicatie, zakelijke en persoonlijke dienstverlening, milieudienstverlening en gezondheids- en welzijnszorg. Van bedrijven met minder dan 10 werkzame personen (kleinbedrijf) wordt de informatie verkregen uit registraties van de Belastingdienst of door middel van enqutering op steekproefbasis. Dit is afhankelijk van de bruikbaarheid van de fiscale informatie voor statistische doeleinden en varieert per branche/bedrijfstak. Bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen worden steekproefsgewijs benaderd met een vragenlijst. Bedrijven met 50 of meer werkzame personen ontvangen allemaal een enquteformulier. Zie ook: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksbeschrijvingen/productiestatistiek

Leverancier
CBS

Integraal of steekproef
Steekproef

Periodiciteit
Jaarlijks

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
Het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden is een stelsel van registers en enquêtes, die op persoonsniveau kunnen worden gekoppeld. Per jaargang worden meer dan 50 verschillende registers gebruikt. Deze registers hebben betrekking op verschillende sociaaleconomische onderwerpen, zoals banen, uitkeringen, woningen en onderwijs. De doelpopulatie van het SSB bestaat uit alle personen die in Nederland wonen, en personen die niet in Nederland wonen maar in Nederland werken of een uitkering dan wel pensioen vanuit Nederland ontvangen. Er staan in het SSB gegevens over banen, uitkeringen, personen, huishoudens en bedrijven.

Leverancier
CBS op basis van verschillende registers en enquêtes

Integraal of steekproef
Integraal en steekproef.

Periodiciteit
Varieert

Bijzonderheden
-
Algemene beschrijving
De gegevensverzameling voor deze registratie bestaat naast de "vastgestelde waarde" (WOZ-waarde) ook uit de gegevens die nodig zijn om deze waarde aan zowel een onroerende zaak te relateren als aan een belanghebbende. Uit de WOZ-registratie kan informatie worden afgeleid over het gebruik en de gebruiker(s) van een verblijfsobject.

Leverancier
Gemeenten

Integraal of steekproef
Integraal

Periodiciteit
Jaarlijks sinds 1997

Bijzonderheden
-

Begrippen

Aantal verkochte hectares bedrijventerreinen, door gemeenten en makelaars, per jaar (afkomstig van de RGA).
Personen: - die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of - die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking). Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
De plaats in de indeling van beroepen volgens de Standaard Beroepenclassificatie 1992 (SBC 1992) van het CBS. Beroepsniveau refereert aan het eerste cijfer van de classificatie. Het niveau van een beroep is bepaald door het niveau van de meest geëigende opleiding om het beroep uit te oefenen.
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist. Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist. Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist. Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist. Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
De toe- of afname van de bevolking.
Het aantal gevestigde personen (uit een andere gemeente binnen Nederland) min het aantal vertrokken personen (naar een andere gemeente binnen Nederland).
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking). Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
De door gemeenten gerapporteerde geplande toevoeging/afname in aantal woningen voor het betreffende jaar (afkomstig van de RGA).
Het bruto regionaal product (brp) is conceptueel vergelijkbaar met bruto binnenlands product (bbp). Het brp is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden van een regio, bij het bbp betreft het de ingezeten productie-eenheden van de binnenlandse economie. Voor beide begrippen geldt dat deze gelijk is aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw (belasting over de toegevoegde waarde).
Het aantal personen dat zich in Nederland vestigt min het aantal inwoners dat Nederland verlaat om zich buiten Nederland te vestigen.
Indicator die informatie geeft over het vertrouwen en de verwachtingen van consumenten ten aanzien van de ontwikkelingen van de Nederlandse economie.
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is of in het geval van nieuwbouw is vastgesteld dat de eigenaar een toegaten instelling wordt. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs. Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie. Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar.
De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar en het aantal personen van 20 tot 65 jaar.
Uit de leden van het huishouden wordt de hoofdbewoner (of referentiepersoon) als volgt gekozen: als er een paar is binnen het huishouden: de man; als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar; in een eenouderhuishouden: de ouder; in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Particulier of institutioneel huishouden.
Een hypotheek betreft een lening met als doel een huisaankoop, dat wil zeggen een krediet verleend voor investering in huizen voor eigen gebruik of verhuur, met inbegrip van (ver)bouwen, verbetering en onderhoud. Het omvat leningen met als zekerheid residentieel onroerend goed die worden gebruikt voor de aankoop van een huis, en overige leningen voor huisaankoop die worden afgesloten op persoonlijke basis of waarvoor andere vormen van activa als zekerheid worden verstrekt. Ook de financiering voor de aanschaf van een woonboot valt onder woninghypotheken. De rentepercentages worden berekend door het gemiddelde te nemen (gewogen naar de omvang van nieuwe contracten of uitstaande bedragen) van de rentes van rapporterende banken. Het gaat hierbij om rentepercentages van nieuwe contracten met een rentevaste periode van 5 jaar tot en met 10 jaar.
Persoon behorende tot de bevolking van een bepaald gebied. In de CBS-bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Gemiddeld aantal kavels voor particuliere bouw van woningen, in actieve verkoop bij gemeenten en makelaars, per jaar, dat onder optie tot koop is (afkomstig van de RGA).
Gemiddeld aantal kavels voor particuliere bouw van woningen, in actieve verkoop bij gemeenten en makelaars, per jaar (afkomstig van de RGA).
Aantal verkochte kavels voor particuliere bouw van woningen, door gemeenten en makelaars, per jaar (afkomstig van de RGA).
Het aantal gehele jaren dat is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon. Toelichting : Er worden twee standaardomschrijvingen onderscheiden, namelijk de leeftijd op 31 december en de exacte leeftijd.
Dit zijn woningen gelegen in panden met twee of meer verblijfsobjecten. Hieronder vallen bijvoorbeeld flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen met bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.
Particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Particulier huishouden bestaande uit één of twee ouders met ten minste één thuiswonend kind (en mogelijk ook overige leden).
Particulier huishouden bestaande uit een huishouden zonder thuiswonende kinderen, maar met mogelijk overige leden van het huishouden.
Onder modal split wordt verstaan de verdeling van verplaatsingen, ritten, afstanden of reisduren naar de verschillende vervoerwijzen.
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).
De door onderzoek bepaalde gemiddelde netto (realisatie -/- sloop) behoefte aan toevoeging/afname in aantal woningen, gemiddeld per jaar (afkomstig van de RGA).
Personen zonder betaald werk, die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.
Door nieuwbouw aan de voorraad toegevoegd.
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder. Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen. Particulieren: alle natuurlijke personen. Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
De Prijsindex Bestaande Koopwoningen geeft de prijsverandering weer van de voorraad van bestaande koopwoningen. De woning moet op Nederlandse grond staan en verkocht zijn aan een particulier.
De Floor Space Index (FSI) is een dichtheidsindex voor omgevingen, in dit onderzoek gaat het om dichtheden van gemeenten en de regio. De FSI is de verhouding tussen de totale bruto vloeroppervlakte (BVO) van een gebouw en de bijbehorende terreinoppervlakte. De ondergrondse vloeroppervlakte en de vloeroppervlakte op bovenliggende verdiepingen worden dus ook meegenomen. Als een terrein helemaal wordt bebouwd met 1 bouwlaag is de FSI dus 1. Als een terrein voor de helft wordt bebouwd, maar met 2 bouwlagen is de FSI ook 1. Cijfers voor de gemeenten komen van PBL en de cijfers voor de regio Groningen-Assen in totaal zijn door het CBS berekent door de som van de bruto buurtoppervlakten van alle gemeenten in Regio Groningen-Assen te delen door de som van de terreinoppervlakten van alle gemeenten in Regio Groningen-Assen. (Referentie: Harbers, Van Amsterdam en Spoon, RUDIFUN 2022: Ruimtelijke dichtheden en functiemenging in Nederland, PBL, 2022).
Staat voor het gemiddeld aantal bouwlagen, inclusief ondergrondse. Deze wordt berekend door de vloeroppervlakte te delen door de gebouwfootprint of te wel de FSI te delen door de GSI. De cijfers voor de gemeenten komen van PBL en de cijfers voor de regio Groningen-Assen in totaal zijn door het CBS berekent door de FSI van de Regio Groningen-Assen te delen door de GSI van de Regio Groningen-Assen. (Referentie: Harbers, Van Amsterdam en Spoon, RUDIFUN 2022: Ruimtelijke dichtheden en functiemenging in Nederland, PBL, 2022).
De Ground Space Index (GSI) is een dichtheidsindex, in dit onderzoek gaat het om dichtheden van gemeenten en de regio, en is onder meer een indicator bij het bepalen van de opnamecapaciteit van regenwater in de bodem. De cijfers voor de gemeenten komen van PBL en de cijfers voor de regio Groningen-Assen in totaal zijn door het CBS berekent door de som van het frootprint van gebouwen van alle gemeenten in Regio Groningen-Assen te delen door de som van de terreinoppervlakten van alle gemeenten in Regio Groningen-Assen. (Referentie: Harbers, Van Amsterdam en Spoon, RUDIFUN 2022: Ruimtelijke dichtheden en functiemenging in Nederland, PBL, 2022).
De verhouding tussen wonen en niet-wonen kunnen we uitdrukken met de MXI (Mixed use Index). De MXI is als volgt gedefinieerd: De bruto vloeroppervlakte voor wonen gedeeld door de totale vloeroppervlakte in een gebied. De cijfers voor de gemeenten komen van PBL en de cijfers voor de regio Groningen-Assen in totaal zijn door het CBS berekent door de som van bruto vloeroppervlakte voor wonen van alle gemeenten in Regio Groningen-Assen te delen door de som van de bruto vloeroppervlakte totaal van alle gemeenten in Regio Groningen-Assen. (Referentie: Harbers, Van Amsterdam en Spoon, RUDIFUN 2022: Ruimtelijke dichtheden en functiemenging in Nederland, PBL, 2022).
De Open Space Ratio (OSR) is een internationaal gebruikte indicator voor de <93>bebouwingsdruk<94> op de onbebouwde ruimte. Bij een OSR van 1,0 is er evenveel bruto vloeroppervlakte als onbebouwde ruimte. Bij een hogere OSR is er meer open ruimte dan vloeroppervlakte. We berekenen OSR door het onbebouwde terreinoppervlakte gedeeld door de bruto vloeroppervlakte, wat gelijk is aan het aandeel onbebouwd terrein gedeeld door de FSI. De cijfers voor de gemeenten komen van PBL en de cijfers voor de regio Groningen-Assen in totaal zijn door het CBS berekent door 1 min GSI te delen door de FSI van de Regio Groningen-Assen. (Referentie: Harbers, Van Amsterdam en Spoon, RUDIFUN 2022: Ruimtelijke dichtheden en functiemenging in Nederland, PBL, 2022).
Woningen die zijn onstaan door transformatie van bestaande panden met verblijfsobjecten (vbo's) die in eerste instantie geen woonfunctie hebben.
Een reis of een gedeelte van een reis die is afgelegd met één motief ongeacht of hierbij één of meerdere vervoermiddelen worden gebruikt. Bijvoorbeeld de afgelegde afstand van huis naar werk is één verplaatsing.
Het gemiddelde aantal verplaatsingen van een persoon op een dag. De verplaatsingen naar vervoerwijze betreffen de hoofdvervoerwijze van een verplaatsing, het voor- en natransport wordt hierbij genegeerd. Bijvoorbeeld bij een verplaatsing van huis naar het werk met achtereenvolgens de fiets naar het station, de trein en te voet naar kantoor wordt de verplaatsing als treinverplaatsing geteld.
Een containerbegrip voor de al dan niet vervulde vraag naar arbeid van zowel werknemers als zelfstandigen. Meerdere begrippen vallen onder deze noemer: arbeidsplaatsen (zowel vervulde arbeidsplaatsen, oftewel banen, als onvervulde arbeidsplaatsen, oftewel openstaande vacatures), werkzame personen, werkzame beroepsbevolking en arbeidsvolume.
Het verschijnsel dat personen zonder betaald werk, die recent hebben gezocht en direct beschikbaar zijn, geen baan kunnen krijgen.
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.
Personen die betaald werk hebben.
Alle personen die in Nederland wonen en betaalde arbeid verrichten. Zij kunnen zowel in Nederland als bij een in het buitenland gevestigd bedrijf werkzaam zijn. De werkzame bevolking kan onderverdeeld worden in personen die minder dan 12 uur per week werken en personen die 12 uur of meer per week werken. Deze laatste groep is de werkzame beroepsbevolking.
Totaal aantal woningen op 1 januari. Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door een particulier huishouden. De voorraadcijfers zijn met ingang van 1992 gebaseerd op de administratieve woningtelling met peildatum 1 januari 1992 en de daarna door de gemeenten aan het CBS gemelde mutaties.
Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk.

Afkortingen

BAG - Basisregistratie Adressen en Gebouwen

BKW - Prijsindex Bestaande Koopwoningen

BRP - Basisregistratie Personen

CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek

EBB - Enquête Beroepsbevolking

ODIN - Onderweg in Nederland

PBL - Planbureau voor de Leefomgeving

RGA - Regio Groningen-Assen

SSB - Stelsel van Sociaal Statistische Bestanden

WOZ - Waardering Onroerende Zaken

Technische toelichting

In opdracht van de regio Groningen-Assen (RGA) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een dashboard samengesteld over de thema's wonen, mobiliteit en economie.

Gebruik van het dashboard

Het inhoudelijke deel van het dashboard bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Overzicht
  • Thema
  • Gemeente

Overzicht
De overzichtspagina geeft de belangrijkste ontwikkelingen en trends weer voor de totale regio Groningen-Assen. Alleen de kernindicatoren worden hier getoond, met een maximum van 5 per thema. Per kernindicator wordt de ontwikkeling door tijd, de totalen en de jaar op jaar verandering getoond. Onder de grafiek kan de kernindicator gewijzigd worden door op de naam van de indicator te klikken. Er verschijnt een lijst met indicatoren waaruit gekozen kan worden. In het witte vlak kan ook op de naam van een indicator gezocht worden. Rechtsboven in de grafiek staan drie strepen. Door op de strepen te klikken kan de grafiek geprint worden, gedownload of kan de onderliggende data getoond worden.

Thema
Na de overzichtspagina met de belangrijkste kernindicatoren zijn er drie pagina's voor de thema's wonen, mobiliteit en economie. De opbouw van deze pagina is vergelijkbaar met de overzichtspagina. Als er gekozen wordt voor een specifiek thema opent een pagina met de indicatoren gebundeld per (sub) thema. Linksboven kan gekozen worden tussen de totalen van de regio Groningen-Assen of één van de gemeenten. Onder de grafiek kan de kernindicator gewijzigd worden door op de naam van de indicator te klikken. Er verschijnt een lijst met indicatoren waaruit gekozen kan worden. In het witte vlak kan ook op de naam van een indicator gezocht worden. Rechtsboven in de grafiek staan drie strepen. Door op de strepen te klikken kan de grafiek geprint worden, gedownload of kan de onderliggende data getoond worden.

Indicatoren waar (nog) geen meerjarige ontwikkeling voor getoond kan worden en aantal expliciete indicatoren zijn niet opgenomen in de thema pagina. Deze indicatoren zijn allen wel te vinden op de vergelijking of detail pagina.

Gemeenten
De pagina gemeenten bestaat uit een pagina vergelijking en details. Op de pagina vergelijking kunnen regio's met elkaar vergeleken worden. Bovenaan de pagina kan een selectie gemaakt worden op basis van thema, subthema, indicator en de periode. Vervolgens wordt een gemeentekaart van de regio Groningen-Assen getoond en een staafdiagram met de waarden van alle gemeenten. Rechtsboven in de figuren staan drie strepen. Door op de strepen te klikken kan het figuur geprint worden, gedownload of kan de onderliggende data getoond worden. Op de detail pagina worden indicatoren met uitsplitsingen per jaar getoond, zowel in een staaf- als een gestapelde staafdiagram. Een voorbeeld is nieuwbouw naar woningtype.

Naast het inhoudelijke deel van het dashboard wordt in de technische toelichting de opbouw, recente wijzigingen en operationalisatie van het dashboard beschreven. De bronnen, begrippen en afkortingen staan op een aparte pagina vermeld. Alle data uit het dashboard is te downloaden op de downloadpagina. Hier staan ook alle linkjes naar de betreffende Statline tabellen, het aanvullende statistische onderzoek dat is gedaan en relevante publicaties van de RGA.

Recente wijzigingen

Per december 2022:

  • Update van alle Statline indicatoren waar mogelijk.
  • De Statline tabel 'Arbeidsdeelname regionale indeling, 2021' is gewijzigd vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de Enquête Beroepsbevolking.
  • De cijfers over het Bruto Regionaal Product zijn vernieuwd, voor 2020 zijn de cijfers definitief en voor 2021 voorlopig.
  • Kleine wijziginen in de lay-out.

Per september 2022:

  • Dashboard is omgezet naar de nieuwe vormgeving van het CBS.
  • Er is een inhoudsopgave toegevoegd en de pagina 'over ons' is verwijderd. Onderdelen van deze pagina zitten nu standaard in het nieuwe dashboard lay-out zoals cookies, toegankelijkheid en privacy. Contactgegevens staan nu op de ‘home’ pagina' en de ‘releasekalender’ wordt beschreven bij de technische toelichting onder recente wijzigingen.
  • Indicatoren afkomstig van Statline worden via de api automatisch binnengehaald. Tweemaal per jaar worden alle updates nagelopen.
  • Update van alle indicatoren waar mogelijk.
  • Uitbreiding van het thema economie met indicatoren over functiemenging, bruto regionaal product en verkochte ha bedrijventerreinen.
  • Nieuwe cijfers gemaakt voor de prijsindex bestaande koopwoningen, nieuwbouwwoningen, modal split Groningen en verhuizingen.
  • Een verfijning van de indicator bevolking naar leeftijd. In deze update wordt niet meer de bevolking van 65 jaar of ouder getoond, maar 65 tot 75 jaar en 75 jaar en ouder.

Per januari 2022:

  • Lancering van de eerste versie van het dashboard met de nadruk op het thema wonen.

Gebiedsafbakening

De regio Groningen-Assen bestaat uit de gemeenten Assen, Groningen, het Hogeland, Midden-Groningen, Noordenveld, Tynaarlo en Westerkwartier. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de gemeentelijke indeling van 2021. De afgelopen jaren zijn er in het gebied diverse herindelingen geweest. Om de volgtijdelijke vergelijkbaarheid te waarborgen zijn de meeste indicatoren teruggelegd op de huidige indeling. Hierdoor kunnen jaar op jaar veranderingen voor de regio als totaal en de onderliggende gemeenten goed in beeld gebracht worden.

Een uitzondering zijn de indicatoren 'groene druk', 'grijze druk', 'bruto regionaal product', ‘leeftijd 65 tot 75 jaar, ‘leeftijd 75 jaar en ouder’, ‘overledenen, relatief (per 1000 inwoners), ‘geboren kinderen, relatief (per 1000 inwoners)’ en 'aantal banen'. Bij deze indicatoren is ervoor gekozen om de voormalig gemeente Winsum in zijn geheel bij de gemeente het Hogeland te rekenen. De gemeente het Hogeland is ontstaan in 2019 door een fusie van de gemeenten Bedum, Eemsmond, de Marne en Winsum. Een deel van de voormalig gemeente Winsum (de streek Middag) is toegevoegd bij de gemeente het Westerkwartier.

Voor het onderwerp modal split (thema mobiliteit) is gekozen voor een afwijkende gebiedsafbakening. De verplaatsingen binnen, van of naar de regio Groningen-Assen zijn berekend voor de gemeente Groningen én De regio Groningen-Assen exclusief Groningen. Dit is gedaan vanwege het verschil in verplaatsingen naar modaliteit (fiets, personenauto, OV, lopen en overig) tussen de stad Groningen en de overige gemeenten.

Alleen de indicatoren 'consumentenvertrouwen' en 'hypotheekrente' zijn niet regionaal beschikbaar en gaan over Nederland.

Populatie en operationalisatie

Het dashboard bestaat uit tientallen indicatoren. Op de pagina downloads is per (sub) thema meer informatie te vinden over de populatie en operationalisatie per indicator. De populatie bestaat uit de personen, huishoudens en woningen binnen de regio Groningen-Assen.

Van belang is dat de indicatoren in het dashboard de komende jaren zoveel mogelijk hetzelfde blijven. Om de volgtijdelijke vergelijkbaarheid te garanderen zijn een groot aantal indicatoren teruggelegd. Ook zal het CBS zorg dragen dat het aantal indicator per thema beperkt blijft.

Periode

De Regiomonitor bestaat uit een groot aantal indicatoren. Het uitgangspunt van de Regiomonitor is om per indicator de meest recente data op te nemen. Door het gebruik van verschillende brondata kan het zijn dat voor sommige indicatoren de meeste recente jaren nog niet beschikbaar zijn.

Aandachtspunten bij de cijfers

Regio indeling
Voor dit dashboard is de regio-indeling per 1 januari 2021 gebruikt. Aantallen kunnen daardoor afwijken van eerder gepubliceerde cijfers die zijn gebaseerd op basis van oude gemeente-indelingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gemeente Groningen, die op 1 januari 2019 is samengevoegd met (grondgebied van) de buurgemeenten Haren en Ten Boer.

Vreemde stijgings-/dalingspercentages
In een aantal gevallen is er sprake van een laag aantal waarover in het dashboard gepubliceerd wordt, bijvoorbeeld bij nieuwbouw naar type woning zoals hoekwoning. De jaar op jaarverandering kunnen dan opvallend hoog of laag zijn. Het is belangrijk om ook goed te kijken naar de absolute aantallen waar de verandering over gerapporteerd wordt.

Nieuwe Enquête Beroepsbevolking
Alle indicatoren van het subthema 'Arbeidsmarkt & Talent', behalve 'Aantal banen', zijn samengesteld op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de EBB zijn de cijfers over 2021 niet zonder meer vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2020. Om die reden is ervoor gekozen alle indicatoren die gebruik maken van de EBB terug te leggen met de cijfers uit de nieuwe EBB. Hierdoor kunnen er wijzigingen ontstaan in de aantallen in eerdere versies van dit dashboard.

Overzicht
In het thema mobiliteit onderdeel verplaatsingen is gebruik gemaakt van steekproefgegevens. Een steekproef is nooit helemaal representatief voor de populatie. Dit komt doordat niet iedereen dezelfde kans heeft om in de steekproef terecht te komen en doordat sommige personen minder goed responderen dan andere. Om hiervoor te corrigeren en om aantallen te kunnen geven die overeenkomen met de populatie (de Nederlandse bevolking van 6 jaar of ouder, exclusief bewoners van instellingen en tehuizen), is gebruik gemaakt van ophooggewichten. Doordat steekproefgegevens zijn gebruikt, hebben de uitkomsten een bepaalde onzekerheidsmarge. Voor de volledigheid zijn deze marges ook meegenomen. Als je met de muis over de grafiek heen gaat komen de betrouwbaarheidsintervallen in beeld.

Ook bij de indicatoren 'Prijsindex Bestaande Koopwoning' en 'Ontwikkeling Index' wordt het betrouwbaarheidsinterval getoond.

  • Externe data In het dashboard zijn verschillende indicatoren opgenomen die afkomstig zijn van externe partijen. Het CBS is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van de data afkomstig van externe partijen.

Afronding en onderdrukking van uitkomsten
Het CBS hanteert publicatieregels m.b.t. afronding en onderdrukking. Hieronder wordt voor alle indicatoren toegelicht welke publicatieregels gehanteerd zijn:

  • De indicatoren Aantal inwoners, Aantal particuliere huishoudens, Bevolkingsgroei, Geboren kinderen, Overledenen, Bevolking naar leeftijd, Type huishouden, Aantal woningen, Eigendom, Woningtype, Bouwjaar, Oppervlakte, Aantal verkochte bestaande woningen en Mediane verkoopprijs zijn niet afgerond.
  • De indicatoren Kavels particuliere bouw op de markt, Kavels particuliere bouw in optie, Kavels particuliere bouw verkocht, Bruto planning (woningbouw) per jaar, Aantal verkochte hectares bedrijventerreinen en Netto uitbreidingsbehoefte per jaar zijn niet afgerond. Deze indicatoren zijn afkomstig van de RGA.
  • De indicatoren Verhuisde personen vanuit een andere Nederlandse gemeente, Verhuisde personen naar een andere Nederlandse gemeente, Migratiesaldo, Verhuisde personen vanuit het buitenland, Verhuisde personen naar het buitenland, Binnenlands migratiesaldo en Buitenlands migratiesaldo zijn afgerond op vijftallen.
  • De indicatoren Totaal aantal nieuwbouw, Totaal aantal transformaties, Nieuwbouw type eigendom, Nieuwbouw type woning en Nieuwbouw oppervlakte zijn afgerond op vijftallen. Daarnaast geldt dat aantallen lager dan 5 in het dashboard op 0 zijn gezet en aantallen tussen 5 en 10 zijn afgerond naar 10.
  • De indicatoren Groene druk, Grijze druk, Overledenen, relatief (per 1 000 inwoners), Geboren kinderen, relatief (per 1 000 inwoners), Werkloosheidspercentage, Bruto arbeidsparticipatie, Netto arbeidsparticipatie, Prijsindex bestaande koopwoningen, Ontwikkeling prijsindex,Bruto regionaal product (volumemutaties), Ontwikkeling verkochte koopwoningen en Verplaatsingen (Modal Split) zijn afgerond op 1 decimaal.
  • Het bruto product van de kleinere gemeenten Tynaarlo en Noordenveld is wel opgenomen in de cijfers over regio Groningen-Assen maar wordt niet apart weergegeven. De reden voor het weg laten van gemeenten Tynaarlo en Noordenveld is dat deze klein zijn. De kleine omvang van de economie en het relatief klein aantal bedrijven zorgt ervoor dat de raming van de economische groei volatieler maar ook minder betrouwbaar wordt.
  • De indicatoren Hypotheekrente en Relatieve bevolkingsgroei zijn afgerond op 2 decimalen.
  • Ook de indicatoren afkomstig van het Planbureau voor de Leefomgeving over ruimtelijke dichtheden zijn afgerond op 2 decimalen. Dit zijn de indicatoren Floor Space Index (FSI), Ground Space Index (GSI), gemiddeld aantal bouwlagen, Open Space Ratio (OSR) en Mixed Use Index (MXI).
  • De indicatoren Totale waarde verkoopprijs en Bruto Regionaal Product (marktprijzen) zijn afgerond op miljoenen.
  • De indicator Consumentenvertrouwen is afgerond op hele aantallen.
  • De indicator Aantal banen is afgerond op honderdtallen.
  • De indicatoren Beroeps- en niet-beroepsbevolking, Beroepsbevolking, Niet-beroepsbevolking, Werkzame beroepsbevolking, Werkloze beroepsbevolking, Aantal zelfstandigen, Beroepsniveau 1: eenvoudig, Beroepsniveau 2: middelmatig, Beroepsniveau 3: complex, Beroepsniveau 4: zeer complex zijn afgerond op duizendtallen.
  • De indicatoren Hoofdbewoner naar leeftijd, Leeftijd hoofdbewoner naar oppervlakte, Leeftijd hoofdbewoner naar type eigendom, Leeftijd hoofdbewoner naar type woning, Leeftijd naar type huishouden, Leeftijd hoofdbewoner naar WOZ – waarde huurwoning, Leeftijd hoofdbewoner naar WOZ – waarde koopwoning zijn afgerond op tientallen.

Download

Via onderstaande knop kunnen alle datasets, die in het dashboard zijn gebruikt, in hun geheel gedownload worden (in .csv format).



Daarnaast kunnen alle openbaar beschikbare datasets, onbewerkt, gevonden worden via onderstaande links. De bestanden kunnen onder andere geopend worden in Excel, R of SPSS.

Wonen & Demografie

Voor het onderdeel 'Wonen' is gebruik gemaakt van diverse bronnen. Per (sub)thema staan hieronder links naar de Statline tabellen, aanvullende statistische dienstverlening en overige relevante tabellen en rapporten.

Algemeen (meerdere thema's)

Bevolking

Verhuizingen

Bestaande woningvoorraad

Nieuwbouw

Verkoop

Markt